De commissie MER heeft gistermiddag 29 mei 2008 haar derde advies over de MER voor een Reststoffen Energie Centrale in Harlingen uitgebracht. Van dit advies hangt in grote mate af hoe Gedeputeerde Staten van Fryslân beslist over de milieuwetvergunning voor de afvalverbrander. De commissie geeft in dit derde en definitieve advies een positief advies.
Theo van de Bles van GrienLinks: “ Er is gewoon knoeiwerk geleverd door Omrin. Uit de MER en de aanvullingen blijkt dat er nog onzekerheden zijn over de werkelijke schoorsteenemissies en de termijn waarop de genoemde streefwaarden gehaald kunnen worden”.
Maar wat opvalt in het advies is, dat de commissie veel slagen om de arm houdt.
Blijkbaar is de informatie, gegeven in de MER, in twee aanvullingen én een – niet openbare (!) notitie van Omrin – nóg niet duidelijk genoeg over de uitstoot. Letterlijk schrijft de commissie: “Uit de MER en de aanvullingen blijkt dat er nog onzekerheden zijn over de werkelijke schoorsteenemissies en de termijn waarop de genoemde streefwaarden gehaald kunnen worden”.
Ook blijkt uit de aanbevelingen van de commissie dat de informatie in de MER en de aanvullingen nog steeds niet als eenduidig wordt gezien. De koppeling met Frisia wordt ook als een onzekerheid gezien. De commissie lost deze onzekerheden op door aan te dringen op een heldere samenvatting, een goede monitoring en evaluatie.
En na deze hele procedure is er een geheime notitie nodig van Omrin voor de commissie MER om dit advies te kunnen geven. Wij vinden dat GS op grond van deze gegevens geen vergunning kan afgeven. Wij vinden dat Omrin haar belofte van de schoonste afvalverbrander van het land niet waarmaakt. Althans, niet voor zover wij kunnen zien. En de commissie MER blijkbaar ook niet. Wij gaan uit van eerst zien en dan geloven. Daarom willen wij de notitie van Omrin over het advies van de commissie MER openbaar hebben.
Ook zal eerst de samenvatting die duidelijkheid moet verstrekken over welke uitstootwaardes nu écht zijn aangevraagd openbaar moeten worden. De koppeling met Frisia wordt óók door de commissie MER een onzekerheid gevonden. Dit alles is een politieke discussie waard.Wij verwachten ook van Omrin (plus de 30 gemeenten die aandeelhouder zijn) én van GS dat zij in discussie gaan met de mensen die straks om de afvalverbrander heen wonen. Laat geen onzekerheden bestaan in een kwestie als deze. We hebben de technische mogelijkheden om het goed en schoner te doen, doe het dan ook.”