Grote Babylonische spraakverwarring ontstaat er elke keer in de Staten als er over duurzaamheidsmeters wordt gesproken. Maar liefst drie verschillende monitoren werden genoemd op woensdag 22 april, tijdens de behandeling van de duurzaamheidsnota. In het stuk zelf wordt een CO2 monitor genoemd, die straks in alle gemeenten wordt toegepast.
“Goed idee”, vond Irona Groeneveld:
“Maar dat is niet genoeg, alleen de CO2 meten. Wij zien daarnaast ook graag de deelname van de provincie aan de ‘Lokale duurzaamheidsmeter’, die meet op alle van toepassing zijnde beleidsterreinen, van sociaal via ecologisch naar economisch. Die duurzaamheidsmeter wordt op dit moment ontwikkeld voor de provincies en is al ruim negen jaar zeer succesvol in gebruik voor gemeenten. Op een website worden alle resultaten naast elkaar gezet en daardoor kan iedereen zien wie wat doet. En kun je elkaar opzoeken om van elkaar te leren. Dubbel resultaat!”
Albert Oostland van de ChristenUnie vond dat het IPO een benchmark voor duurzaamheid moest ontwikkelen.
Tenslotte is de motie van GrienLinks aangenomen om als provincie mee te doen met de ‘Lokale duurzaamheidsmeter voor provincies’. Zie voor meer informatie over de lokale duurzaamheidsmeter voor gemeenten: http://www.duurzaamheidsmeter.nl/
Ook leuk om in je eigen gemeente aan de orde te stellen. Want iedere burger kan de gemeente vragen de vragenlijsten in te vullen en mee te gaan doen! Je kunt op deze website zien welke gemeenten er al meedoen.