De ‘Haak van Leeuwarden’ heeft een ontwerptracé dat dwars door zeldzaam goed weidevogelland loopt. Provinciale Staten hebben er woensdag 16 september 2009 niettemin opnieuw mee ingestemd. Dit ondanks verzet van de statenfractie van GrienLinks. Irona Groeneveld had zich daarbij laten inspireren door maar liefst drie nieuwe feiten:
1) Een uitspraak van de Raad van State van 17 juni 2009, dat voor de uitbreiding van Goutum concrete compensatie nodig is voor het teloorgaan van weidevogelland aldaar; dit speelt dus ook bij het tracé voor ‘De Haak’.
2) De naar beneden bijgestelde prognoses aangaande de bevolkingsgroei en daarmee ook van de groei van het autoverkeer.
3) Het weer ter discussie stellen van het ontwerptracé door de ontwerper zelf, Rijkswaterstaat: de wijze waarop de Overijsselsestraatweg (A32) en de Wâldwei (N31) in het ontwerp op elkaar aansluiten, is wellicht niet veilig genoeg. Hiernaar wordt momenteel (september/oktober 2009) onderzoek gedaan.
De kwestie van de compensatie van weidevogelland speelt ook bij het tracé voor ‘De Haak’, erkende gedeputeerde Piet Adema. Irona pleitte daarom (nogmaals) voor het ‘meest milieuvriendelijk alternatief’ (MMA), ook wel ‘optimalisatietracé west’ genoemd, dat vanuit het zuiden gezien parallel loopt aan de spoorlijn tussen Werpsterhoek en de Dr. Algraweg, om vervolgens die weg te volgen in westelijke richting en daarna in noordelijke richting af te buigen richting Marssum.
Bovenal bepleitte ze, dat het tracé pas wordt vastgesteld, als de drie genoemde kwesties zijn opgelost.
Maar gedeputeerde Piet Adema wilde daar niet aan. Het college van GS – gesteund door PS – bepleit wel bij de minister, dat ‘De Haak’ pas wordt aangelegd als de kwestie van de concrete compensatie van het verlies van weidevogelland is opgelost. “Met het risico van vertraging.”
Irona wees er op dat de mogelijkheden van die compensatie er wellicht niet zijn, omdat er momenteel te weinig weidevogelland op de voor weidevogels aantrekkelijke manier wordt beheerd. Dat wil zeggen: niet te vroeg maaien, een vrij hoge waterstand en bij voorkeur ruige mest óp het land, in plaats van het injecteren van gier onder de grasmat.
Formeel gaan Provinciale noch Gedeputeerde Staten van Fryslân over het vaststellen van het tracé, omdat het een rijksweg betreft. Maar de betrokken ‘lagere overheden’ (de gemeenten Littenseradiel, Menaldumadeel en Leeuwarden en de provincie Fryslân) hebben in een eerder stadium al een gezamenlijk advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat uitgebracht voor het ontwerptracé. Dit advies werd in grote trekken door de minister overgenomen. In de statenvergadering van 16 september werden P.S. nogmaals gevraagd zich voor dit tracé uit te spreken. Het stond als ‘hamerpunt’ op de agenda, maar op verzoek van GrienLinks werd het een bespreekpunt. Tevergeefs helaas, want de betreffende motie van GrienLinks werd alleen gesteund door de SP-fractie.