Voorzitter,
Ik wil het vandaag hebben over de buitenkant van dingen en de boosheid van mensen.
De landelijke verkiezingen gingen voornamelijk over de eigen beurs: economie, korte termijn – grotere vraagstukken als de klimaatcrisis en de energiecrisis werden hierbij vrolijk over het hoofd gezien.
Ook ging het over de buitenkant: hoe scoren we in de peilingen, hoe zat het haar, wie maakt de meeste grapjes, wie is de “winnaar” van de avond? Ondanks al die beschouwingen, aandacht, het geanalyseer en getwitter, had niemand deze uitslag kunnen voorspellen. De stemmers gingen hun eigen gang, ook hier in Fryslân.
Veel mensen voelen zich ongezien in de maatschappij. Ondernemingen, maatschappelijke diensten en overheden worden steeds groter en komen op grotere afstand van mensen te staan. Mensen moeten bij voorkeur hun zaken via een site regelen. Niet alleen op het gebied van telefoon, tv, of energie maar ook al op het gebied van thuiszorg, gezondheidszorg, jeugdzorg, paspoort en uitkering. Maar niet alles is te vatten in aanvraagformulieren of af te doen met een electronische afspraak.
Onmacht en boosheid komen dan bij mensen naar boven. Kabelmaatschappijen, telefoonaanbieders, zorgaanbieders en de overheid beloven toch dat zij centraal staan? Waarom voelen zij zich dan zo klein en ondergeschikt aan het belang van de aanbieder en de overheid?
Voorzitter, het gaat hier over de buitenkant van dingen: welk beeld schept een onderneming of organisatie naar buiten toe en hoe voelen mensen zich echt behandeld. Onze constatering is, dat die twee zaken nogal uit elkaar lopen en dat die buitenkant steeds belangrijker wordt. Tegelijk toont mijn verhaal aan dat mensen zich niet met die buitenkant voor de gek laten houden.
Ook in Fryslân speelt de kwestie van de buitenkant en de boosheid van mensen. Op provinciaal niveau laat het College aan alle kanten zien hoe goed ze het doet. Met Trendbrekke, de nieuwsbrieven van de diverse grote wegenprojecten, de Reststoffen Energie Centrale, het Fries Merenproject, het Thialf-project, noem maar op.
In werkelijkheid hebben we in Fryslân te maken met fiks teruglopende financiën, een taakstelling van wel 30 miljoen en een takendiscussie die nog afgerond moet worden. En bij de grote projecten ervaren opnieuw veel mensen en organisaties dat ze wel mee mogen praten, maar merken niet dat hun bijdrage ook daadwerkelijk veranderingen bewerkstelligt. Omdat de provincie haar eigen beeld schept, daar aan vast houdt en mooi door gaat.
En ook in Fryslân is heel gevarieerd gestemd in juni, op onverwachte plekken op onverwachte partijen.
Moeten we dan als provincie maar alles gaan doen wat inwoners zeggen? En als politiek vertegenwoordiger als eerste prioriteit hebben de kiezer vooral niet boos te maken? Nee, natuurlijk niet.
In onze visie is een politiek vertegenwoordiger geen ondernemer die zich richt naar de wens van de klant, een nieuw product bedenkt en een campagne opzet zodat de consument het koopt.
Een politiek vertegenwoordiger heeft een overstijgend belang, namelijk dat van het land, of in ons geval, dat van de provincie. En een blik op je rol in de wereld en de vraagstukken die op wereldniveau spelen.
Dat betekent dat je moet weten wat er leeft, maar ook dat je de verantwoordelijkheid hebt om oplossingen te bedenken en hervormingen door te voeren die wellicht op heel korte termijn ongewenst lijken, maar op langere termijn een eerlijker verdeling tot gevolg hebben.
GrienLinks heeft daarbij idealen. Ons ideaal is een wereld waarin welvaart en goederen eerlijker verdeeld worden. Een wereld die bewaard wordt voor degenen die na ons komen. Een duurzame wereld. Een wereld die verandert. En dus veranderen de oplossingen voor problemen ook. Een wereld waar economie opnieuw en beter gedefinieerd wordt dan alleen in geld. Waar ecologie, biodiversiteit en respect voor de natuur de kern van die economie vormen. Waar vooruitgang betekent dat mens, dier en omgeving er op vooruit gaan ipv alleen één bepaalde en bevoorrechte groep mensen.
Een wereld waarin iedereen er mag zijn, ook de mensen die anders zijn dan wijzelf. Waar mensen vanuit hun eigen kunnen de kans krijgen om mee te doen in de maatschappij. Waarin de lasten voor voorzieningen zo verdeeld worden dat iedereen ook daar naar kunnen bijdraagt.
Voorzitter, op grond van deze beschouwingen zullen wij bij de kaderbrief 2011 keuzes maken. En met alternatieven komen. Die alternatieven zullen niet iedereen aanspreken maar zijn volgens ons wel nodig. We zetten ze dan ook duidelijk neer.