Woensdag 13 april bezocht de GrienLinks-statenfractie de GroenLinkse afdeling in Harlingen. Samen gingen ze op bezoek bij de Waddenvereniging. Er is gesproken over de zout- en gaswinning onder de Waddenzee en de afvalverbrander. Gezamenlijk werd vastgesteld dat zoutwinning onder land een uitgesloten zaak is vanwege de onacceptabele bodemdaling. Maar dat betekent niet, zoals Gedeputeerde Staten het voorstellen, dat het zout dan dús onder het Wad gewonnen moet worden.
Oók naar winning onder het Wad moet zorgvuldig gekeken worden. De MER die sinds september 2010 voorligt, laat nog veel vragen open. Esmé Gerbens van de Waddenvereniging lichtte kort toe welke bezwaren er aan winning van zout (eventueel ook nog in combinatie met gaswinning) onder het Wad kleven. EG zienswijze zoutwinning
GrienLinks in de Staten, GroenLinks in Harlingen én de Waddenvereniging vinden daarom dat het voorzorgsprincipe (als je niet vooraf zeker weet dat de activiteit geen schade toebrengt aan het Wad, dan níet doen) toegepast moet worden. Er zijn nog té veel onzekerheden over de winning van delfstoffen onder het Wad.
Over de afvalverbrander werd gemeld dat er op allerlei gebieden nog procedures lopen, zowel over de bouwvergunning, als over het ‘keur’ (van het waterschap) als over de milieuvergunning zelf. Maar intussen is de afvalverbrander wel al afgebouwd en zelfs in werking gesteld. (Op de dag van het werkbezoek rookte de grote pijp al flink. De rook woei het Wad op). Dit maakt de schade bij eventuele negatieve uitspraken van de rechter wel groter en dus de kosten van de burger ook. De aanwezigen stellen vast dat Omrin een groot risico heeft genomen door op deze manier alles door te zetten.
Irona Groeneveld: “Wij blijven, vanuit onze positie als controleur van het werk van Gedeputeerde Staten, controleren of de handhaving en het afgeven van de milieuvergunning correct gebeurt. Daarnaast vinden we nog steeds dat het besluit tot het bouwen van deze manier van afvalverwerken niet democratisch is genomen. Want het besluit daartoe is genomen in een besloten aandeelhoudersvergadering van Omrin, waar de Friese gemeenten aandeelhouder van zijn. Wij zullen pleiten voor een politiek beleidsmatige afweging voor dit soort maatschappelijke vraagstukken, zoals: wat doen we met ons afval? Dan kunnen er meer factoren meespelen, dan alleen de financiën en de markt. Wij vinden nog steeds dat prioriteit nummer 1 in het afvalbeleid het verminderen en recyclen van afval moet zijn.”
foto
op bezoek bij de Waddenvereniging, samen met GL Harlingen, aan tafel:
aan het hoofd op de rug gezien: Auke Wouda (WV), links van hem: Niels Konijn (GL Harl), Esmé Gerbens (WV), Retze van der Honing (GL staten), Irona Groeneveld (GL staten), Gerard Frik (GL Harl), Romke Cats (WV), Gerrit van der Meer (fractiemed GL staten), Oene Hofman (GL Harl), Johanna Welfing (GL staten), Janny Travaille (GL Harl raadslid).