OPINIE Irona Groeneveld
Afgelopen woensdag presenteerde staatssecretaris Bleker zijn visie op de veeteelt in de toekomst. Die moet verduurzamen en niet ongelimiteerd vergroten, stelt Bleker. Voorlopig handhaaft hij de norm van 250 melkkoeien en 1,5 ha bouwoppervlak.
Zowat tegelijk behandelen Provinciale Staten de Friese visie op de melkveehouderij: schaalvergroting moet kunnen stellen Gedeputeerde Staten, tot 500 koeien en 3 ha bebouwing.
GrienLinks gelooft het bijna niet: daarmee heeft Fryslân landelijk gezien de ruimste normen op het gebied van schaalvergroting. Dat kan niet: ook op melkveehouderij-gebied moet Fryslân de groenste en meest duurzame provincie van Nederland zijn. Bovendien negeren zowel Bleker als GS het biologisch boeren: deze tak laat al decennia lang zien dat je gezond, groen, goed voor het landschap, diervriendelijk en antibioticavrij kunt boeren.
Eerlijk, gezond en diervriendelijk voedsel
Een poosje terug was er op televisie een programma over de Salon de Guste in Turijn. Die wordt iedere twee jaar gehouden en daar komen mensen die iets hebben met voedsel dat lekker, puur en eerlijk is. Die mensen willen voedsel met smaak. Maar ook voedsel waarvan de productie het milieu niet belast. Voedsel dat het ecosysteem niet verstoort of de biodiversiteit. Voedsel van dieren die een dierwaardig leven hebben gehad. En voedsel dat eerlijk is in de zin dat boeren een eerlijke prijs ontvangen. Het was een inspirerend programma: er is aandacht voor de regio, voor kleinschaligheid, herkenbaarheid van eten en duurzaamheid. Regionaal produceren levert op deze gebieden veel winst op. Deze beweging is wereldwijd gaande.
Ook in Nederland groeit de aandacht voor waar ons voedsel vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Niet voor niets: de veeteelt heeft voor flink wat problemen gezorgd. Voortdurend antibioticagebruik leidt ertoe dat bacteriën resistent zijn geworden. In Brabant brak de Q-koorts uit; vooral bij geiten, maar ook met ernstige ziekteverschijnselen bij mensen.. In de intensieve veehouderij worden dieren onwaardig behandeld: te weinig licht en ruimte, geen beweging, transporten onder hartbrekende omstandigheden. Mest en voer moet af- en aangevoerd worden. Melkvee staat al meer op stal en de wei raakt steeds leger. Geen wonder dat biologische en regionale producten in opkomst zijn.
Het moet anders, vinden LTO, Van der Ploeg en Bleker.
Niet alleen consumenten vinden dat het anders moet. Ook boeren zelf en hun organisaties vinden dat het tijd wordt voor een andere manier van produceren. De LTO stelde dit voorjaar dat de veeteelt duurzamer moet, ook boeren zelf hebben er genoeg van dat ze door de huidige productiemethoden geen droog brood kunnen verdienen. Ze worden min of meer gedwongen op te schalen en zijn permanent van Europese inkomensondersteuning afhankelijk.
Afgelopen woensdag betoogde hoogleraar Jan Douwe van der Ploeg nog op een symposium in Sneek dat de landbouw niet langer moet voortborduren op groei en schaalvergroting. Hij pleitte voor hervorming van o.a. de melkveehouderij door afhankelijkheid van leveranciers en afnemers te verkleinen. Dat kan door bijv. grondstoffen zo veel mogelijk van het eigen bedrijf te halen en door andere inkomsten te halen uit natuur, zorg en toerisme.
Ook staatssecretaris Bleker beseft de urgentie van verandering. Hij constateert dat “een echte en consequente keuze voor duurzaamheid in de agroketens nodig is, ook om op termijn economisch te overleven.” Bleker wil dat in 2020 er “sprake is van duurzame veehouderijketens waarin het welzijn van en de zorg voor dieren centraal staan en volksgezondheidsrisico’s geminimaliseerd zijn. Nutriëntenkringlopen zijn vergaand gesloten en schadelijke emissies zijn tot een minimum teruggebracht. Daarbij is het gevoel voor urgentie, dat het snel anders moet, breed aanwezig.” Bleker stelt tenslotte dat de grens van 300 NGE (= 250 melkkoeien) en 1,5 ha bebouwing voldoende is voor de huidige veehouderij. Hij wil dan ook dat gemeenten en provincies ook in 2012 niet meewerken aan schaalvergrotingsverzoeken waarvoor het bestemmingsplan moet worden aangepast en waarbij de stallen groter worden dan voor 300 NGE of meer dan een bouwlaag krijgen.
Het kan ruimer, vindt de provincie Fryslân
Gedeputeerde Staten van Fryslân vinden ook dat de landbouw duurzamer moet. Zij zien dat met name gebeuren door technologische maatregelen en voelen er niets voor om schaalvergroting tegen te gaan. De provincie heeft alleen ruimtelijke criteria om bedrijven te beoordelen. Er geldt nu tijdelijk beleid, in afwachting – zei het college in april – van een landelijk standpunt. Dat tijdelijk beleid houdt in dat er niet meegewerkt wordt aan aanvragen voor schaalvergroting die leiden tot een aanpassing van het bestemmingsplan en die leiden tot een bedrijf groter dan 300 NGE (=250 melkkoeien). In de praktijk komt dat neer op een bouwblokomvang van 2,5 ha. Door dit tijdelijk beleid staan 7 aanvragen voor schaalvergroting in de wacht, stellen Gedeputeerde Staten.
Het voorstel dat op 7 december in de commissie LLW wordt behandeld, heeft als bovengrens 500 melkkoeien. Als boeren willen groeien, moet dat kunnen zegt het College. Wel is de voorwaarde dat het bouwoppervlak niet groter is dan 3 ha., dat het bedrijf plaatsgebonden is en dat de schaalvergroting via de methode van de Nije Pleats wordt ingepast in het landschap.
Landelijke helderheid met harde afspraken nodig
GrienLinks vindt dat staatssecretaris Bleker mooie woorden spreekt, maar weinig concrete maarregelen neemt.
Bleker zegt dan wel dat groei niet ongebreideld mag, maar laat de sector het vervolgens zelf regelen. Hij verwacht dat de sector zelf afspraken maakt en normen vaststelt die strenger zijn dan de wet. Hij wil bij wijze van spreken niet alleen het keuren van het vlees aan de slager overlaten, maar ook de keuringsregels door de slagerijsector laten bepalen.
Daarnaast wil hij een advies van de Gezondheidsraad afwachten, dat pas in het derde kwartaal van volgend jaar verschijnt, als het gaat om de gezondheidsrisico’s van de veeteelt. Een wettelijk verbod of beperking van bijvoorbeeld antibiotica (die veel dieren resistent maakt) vindt Bleker blijkbaar niet nodig. De sector moet het zelf maar uitzoeken. “Ketengestuurde verduurzaming” noemt Bleker dit.
Wil de staatssecretaris dat er echt een eind komt aan voordurende schaalvergroting, dan zal hij zelf de regels moeten aanscherpen. Dat kan door scherpe bovengrenzen te stellen en verbreding van het boerenbedrijf te stiumeren. Misschien dat er dan in 2020 echt iets is veranderd.
Fryslân groenste en duurzaamste provincie in melkveehouderij
Gedeputeerde Hans Konst gaf donderdag in de Leeuwarder Courant aan niet te willen wachten op de staatssecretaris, omdat hij helderheid wil verschaffen aan de wachtende melkveehouders. Dat hoeft ook niet. Fryslân kan een helder standpunt innemen. Maar de invalshoek van GrienLinks is anders dan die van Konst.
GrienLinks vindt dat Fryslân ook op melkveehouderij-gebied de groenste en duurzaamste provincie moet zijn. Dat betekent dat we de grens van 300 NGE aanhouden en een maximum bouwblokomvang van 1,5 – 2 ha. Zo kunnen we de door de staatssecretaris Bleker gevraagde stop op schaalvergroting handhaven. En daarmee verschaffen we helderheid aan de nu nog wachtende melkveehouders.
Aandacht voor biologisch boeren en delen van kennis
Tenslotte: de hele discussie wordt gevoerd zonder daarbij ook maar één woord te wijden aan de biologische veehouderijen, die de afgelopen jaren hebben bewezen hun zaakjes vaak beter voor elkaar te hebben dan de reguliere bedrijven. GrienLinks vindt dat een gemiste kans. Juist bij biologische bedrijven is al veel kennis ontwikkeld over integrale landbouw, nadruk op gezondheid van de dieren (bespaart geld op vee-artskosten) in plaats van omzet en oog voor de effecten op natuur en landschap. De biologische landbouw krijgt wel steun van de Verenigde Naties, die stelt dat dit onderdeel van de landbouwsector onmisbaar is om de wereldwijde voedselcrisis op te lossen.
Boerenorganisatie LTO, het huidige kabinet, de Nederlandse provincies: maak de biologische landbouw sterker en zorg dat de reguliere landbouw van deze sector veel kan leren. En als een agrarisch bedrijf tóch fors wil groeien, grijp dat moment dan aan om zo’n boer de mogelijkheid van omschakeling naar “biologysk buorkjen” te laten overwegen. Oftewel: zorg dat de kennis die er is bij biologische boeren, ook bij de ‘reguliere’ boeren terecht komt.
Eerder werd dit stuk zaterdag 26 november gebubliceerd als opiniestuk in het Friesch Dagblad.
» DOC