Woensdag 25 januari 2012 werd in de Provinciale Staten (PS) het REP kader (Ruimtelijk Economisch Programma) vastgesteld. Uit het REP (provinciaal deel 48 miljoen euro) kan de provincie economische projecten financieren. “Hoe serieus nemen jullie jezelf nog?” vroeg Retze van der Honing aan zijn collega’s in de Staten. Er zijn meer projecten dan geld en daarom hebben de partijen tot drie maal toe in het afgelopen jaar moties ingediend met het verzoek om criteria om te kunnen beoordelen hoe de Staten het geld gaan verdelen tussen de projecten.
Het college van Gedeputeerde Staten (GS) vond dat te moeilijk, dat bleek uit de tekst in het voorstel van GS: ” Een dergelijke afweging tussen grote, maatschappelijk gewenste projecten betreft geen wiskundige afweging maar veel meer een politieke afweging”. En dat is nu precies de reden waarom de Staten om criteria hadden gevraagd, om de politieke afweging op de plek te kunnen doen waar het hoort: in de Staten. Nu weegt GS achter de schermen af welk project hoeveel krijgt. En mag PS daar uiteindelijk nog een klap op geven. “Zo krijg je precies wat we niet wilden”, zegt Retze van der Honing, ” Wie het eerst komt, die het eerst maalt. Of erger nog: wie het hardst lobbyt bij GS, krijgt het geld. En zo ontmantel je het hele idee van politiek bedrijven, van openbaar debat over politieke keuzes waar je heen wilt met de Friese samenleving. En met 48 miljoen euro kun je wat tot stand brengen.”
GrienLinks diende een voorstel in om, naast de al genoemde projecten in de lijst van mogelijke projecten voor het REP geld, ook een project op het gebied van de zorgeconomie toe te voegen. Retze van der Honing: “Een kansrijke en belangrijke sector, zowel wat dienst betreft als werkgelegenheid.” Dat voorstel haalde het net niet (20 stemmen voor, 22 tegen).