‘Natuurakkoord’ voelt als dictaat

De Friese Provinciale Staten zijn tegen het ‘Natuurakkoord’ met de regering-Rutte,
maar zullen het wel uitvoeren. Dat was de uitkomst van de bespreking in de Friese Staten op 22 februari 2012.
Deze ‘overeenkomst’ betekent een bezuiniging op natuurbeleid met ongeveer zeventig (!) procent. Het ‘akkoord’ voelt daarom als een dictaat. Maar ja: de Tweede Kamer heeft er in meerderheid mee ingestemd.

Bovendien hebben de meeste provincies er ook mee ingestemd. Ze krijgen immers veel meer te zeggen over de natuur, maar dan wel voor slechts een kwart van het budget dat eerst beschikbaar was. Irona Groeneveld:
“Wij dienen af te zien van juridische procedures, terwijl de staatssecretaris ons dit door de strot duwt!” Daarom stelde zij, samen met de fracties van ChristenUnie en D66, voor in het besluit van Provinciale Staten nadrukkelijk op te nemen, dat de Friese Staten tegen het akkoord zijn, ook al voeren ze het wel uit. (Want juridische procedures duren lang, zijn duur en intussen staat uitvoering van het beleid stil).

De meerderheid van de Friese Staten had geen boodschap aan het voorstel van drietal
kleine fracties. Het werd verworpen met 16 stemmen voor en 23 tegen (vier
statenleden waren afwezig). Gedeputeerde Johannes Kramer merkte op: “Jimme hawwe as
Steaten al útsprutsen, tsjin it akkoart te wezen.” Hij zei ook dat het ‘nieuwe’
akkoord nagenoeg hetzelfde was als het oude. “Mar by de grûn foar grûn-regeling is
it no dúdlik dat it Ryk dy grûn net werom kriget. Oars hie it net allinne in segaar
út eigen doaze west, mar hiene wy dy segaar ek nochris oan it Ryk betelje moatten.”

Overigens zijn de onderhandelingen tussen regering en provincies over het natuur- en
milieubeleid nog niet ten einde. Zo moet er opnieuw worden onderhandeld over het
‘opruimen’ van (te veel) stikstof uit natuurgebieden: wie doet wat en wie betaalt
wat? De stikstofproblematiek wordt al tientallen jaren heen en weer geschoven tussen
rijk en provincies.