GrienLinks blijft weg bij bespreking kadernota in Staten

College
Voor het eerst sinds GrienLinks in Provinciale Staten zit, zullen de Statenleden de zaal verlaten bij de behandeling van een agendapunt. Het gaat om de kadernota 2013.
De gezamenlijke oppositie – VVD/SP/D66/GL/CU/FK/PVV – heeft dat tijdens de commissievergadering op 20 juni besloten. Hun voorstel om de kadernota in september te bespreken werd door de coalitie afgewezen.

De kadernota is het belangrijkste financiële stuk van het jaar. Daarin wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe de begroting van het komend jaar er uit komt te zien.
Oftewel: waar het beschikbare geld aan wordt besteed. Zo kunnen de plannen van de provincie worden uitgevoerd. Voor sommige plannen gebruiken we ons vermogen, voor andere plannen moet er eerst op bestaand beleid bezuinigd worden.

Brede kritiek op de kadernota
Vorige week gaf fractievoorzitter Irona Groeneveld al aan dat zij de kadernota vond rammelen. “We maken het vrij besteedbare deel van de NUON gelden op, terwijl er nog veel onzekerheden zijn, zoals het schatkistbankieren en de Wet Houdbare Overheids Financiën. En er liggen allemaal nieuwe plannen waarvoor nog geen dekking is. Dat is geen solide financieel beleid.”
De statenfractie vindt ook dat de keuzes van het College niet goed onderbouwd worden. Het college laat de spoorlijn Heerenveen – Drachten vervallen. Daar moeten Provinciale Staten nog over besluiten. Bovendien laten GS de criteria die zijn gesteld voor de besteding van de NUON-gelden, zomaar vallen, zonder onderbouwing. Ook daar moeten de Staten een uitspraak over doen. Daarnaast zegt het college dat een aantal bezuinigingen niet genoeg opleveren – stoppen met de Centrale As en de N381 – maar dat wordt niet onderbouwd met cijfers. En tenslotte zegt het College andere dingen over de inpassingsplannen voor Centrale As en N381 dan er in de kadernota staan. Kortom: het is voor Provinciale Staten onmogelijk om goede keuzes te maken. Het overzicht ontbreekt.

Voorstel: in september
In de commissie van 20 juni stelde de CDA voor om de kadernota te behandelen, maar dan de besluitvorming over de spoorlijn Heerenveen – Groningen er uit te halen. Provinciale Staten mogen daar in september een besluit over nemen. En daarna zou dat besluit in de begroting verwerkt moeten worden.
De oppositie stelde toen voor de hele kadernota in september te bespreken. Dat was een mooie oplossing, die recht doet aan de rol van Provinciale Staten. De Staten kunnen zo eerst een besluit nemen over de spoorlijn en de Nuon-criteria, het College heeft de tijd om de kadernota aan te passen.
De coalitie voelde hier niets voor en wil de kadernota gewoon op 27 juni bespreken, en eventueel de spoorlijn er uit halen.
Dat was de druppel voor de oppositie. Een kadernota bespreken waar een belangrijk financieel aspect uit wordt gehaald? Met alle onduidelijkheid, ontbrekende cijfers en vage teksten? Dan blijft er niets meer over. De oppositie besloot dan niet aanwezig te zijn bij de behandeling van de kadernota in Provinciale Staten.

Felle reactie college
Hans Konst vroeg vervolgens schorsing om namens het college een reactie te kunnen geven: “om partijen mooglik wer by inoar te bringen” zoals hij zei. Zijn woorden na de schorsing logen er echter niet om: “Mei útstel oant septimber kinne wy net leve. De organisaasje moat tiid hawwe foar it meitsjen fan de begrutting. Wy sitte yn in tiid fan ekonomyske krisis. De skeppe moat yn ‘e grûn! It stiet jimme frij om jimm’ te ûntlûken oan de beslútfoarming. Mar: hokfoar mandaat hawwe jimme fan de kiezers? ”
De oppositie vond dat geen handreiking. Irona Groeneveld: “Ik heb van mijn kiezers het mandaat meegekregen om het college te controleren en te zorgen voor goede besluitvorming. Besluitvorming waar ik namens mijn partij, GrienLinks, tegenvoorstellen op kan doen. De kadernota die er nu ligt, zeker met het voorstel van het CDA om de spoorlijn er uit te halen, voldoet daar niet aan. Op basis van wat er dan over blijft, kan ik geen alternatieven bedenken en indienen. Het wordt bovendien gezien het late tijdstip van informatie vanuit het college godsonmogelijk om dat nog te doen. Wij zijn gewend om goed gefundeerde tegenvoorstellen te doen. Wanneer het college dan tegen ons zegt “u kiest er voor om er niet aan mee te doen” dan zou ik het college en de coalitiepartijen mee willen geven: u kiest er voor om ons een dergelijk stuk voor te leggen. Niet alleen ondeugdelijk wat betreft de cijfers, maar in zijn geheel wat betreft financieel beleid. Ik voel mij aangevallen door het college. Ik had gehoopt dat het college zou zeggen: wij vinden dit een zwaar signaal, hoe kunnen wij u tegemoet komen? Maar nee. Of het nou juni is of juli dat we dit stuk bespreken, voor GrienLinks moet de volgorde deugen en moeten er goede stukken liggen.”

Ongewoon, maar noodzakelijk
Het college was erg ontstemd over de opstelling van de oppositie. “Jo geane in grins oer, mei fuortrinnen. Dat past hjir net. Wy wolle wol ynhâldlik reagearje, mar drigeminten passe net.”
Daarmee liep de commissie nogal vervelend af en werd er nog geruime tijd nagepraat, soms ook geëmotioneerd. Irona Groeneveld vindt desondanks dat de oppositie niet anders kan. “Wij worden door GS niet serieus genomen. GS heeft niet in de gaten dat dit al veel langer speelt. Nota na nota wordt teruggestuurd. En dat bereikte nu zijn hoogtepunt door de wijze waarop de kadernota gepresenteerd wordt. We kunnen niet anders meer.”