Afgelopen donderdag was Bas Eickout, europarlementariër van GroenLinks, in het Abe Lenstrastadion om te debatteren over de gevolgen van Europa voor de (onze) regio. Hoewel hij door de gespreksleider consequent ‘jonge hond’ werd genoemd, had hij wel degelijk een serieuze boodschap en bleek hij een niet te onderschatten debater te zijn.
Het debat was georganiseerd door het EU-netwerk Noord-Nederland, waarin o.a. het LTO in participeert. Naast Bas Eijckhout waren aanwezig: Esther de Lange van het CDA, Gerben-Jan Gerbrandy van D’66, Thijs Berman van de PvdA, Eric Smaling van de SP en Jan Mulder van de VVD. Discussieleider was Koos van Houdt van het Friesch Dagblad. Er was veel belangstelling. De zaal was met 130 mensen goed gevuld. Er waren onder meer veel melkveehouders en landbouwers ; het landbouwbeleid kwam daardoor veelvuldig aan bod.
De discussieleider vroeg Eickhout eerst een toelichting op het GroenLinks- wetsvoorstel over dierenwelzijn, “over die skippybal voor varkens enzo”. Eickhout was klip en klaar. Het ging in dit geval om de bewegingsruimte voor kippen en de maatregel betekent geen verlies aan concurrentiekracht voor kippenhouders in Nederland. “Europa gaat verder met het ingezette beleid op dierenwelzijn. Nederland moet koploper blijven. Een investering nu, betaalt zich later terug”. Aan bod kwamen ook de fluctuaties in voedselprijzen en de relatie met voedselspeculatie. Eickhout ziet de oplossing niet in het aanleggen van voedselvoorraden. Daar wordt het marktsysteem mee beïnvloed, het is typisch een oplossing uit de liberale hoek. Eickhout: “Speculatie op voedsel moet je verbieden”.
Al met al een interessant debat. Niet alleen om meer kennis te nemen van de onderwerpen waar Europa over gaat, maar ook om te horen dat veelgenoemde bezwaren niet op feiten gebaseerd zijn. Het is bijvoorbeeld niet altijd Europa dat verantwoordelijk is voor overregulering, maar vaak juist de Nederlandse overheid die er een schepje bovenop doet. Neemt niet weg dat in de Europese regelgeving aandacht moet zijn voor regionale verschillen. Zo moet Europa bijvoorbeeld niet aangeven hoeveel mest er uitgereden mag worden per vierkante meter, maar het maximum aan schadelijke stoffen dat in het grondwater terecht mag komen. Wat dat betekent voor de aanpak per land en per streek, daar hoeft Europa zich niet mee te bemoeien, want dat hangt af van de grondsoort en andere omstandigheden ter plekke.