Schriftelijke vragen van GrienLinks betreffende schaalvergroting in de landbouw.


Kern van de vragen is, wat de provincie doet met aanvragen voor schaalvergroting van melkveehouderijbedrijven in deze provincie zolang de exacte eisen t.a.v. plaatsgebondenheid nog niet zijn uitgewerkt en opgenomen in de Verordening Ruimte.
Dat is weer met een half jaar uitgesteld.
GrienLinks maakt zich daar zorgen over. “Het is helder dat GrienLinks niet op zeer grote melkveehouderijbedrijven zitten te wachten. Wat doet het college bijvoorbeeld wanneer er een aanvraag komt voor het samenvoegen van bedrijven tot 1 bedrijf van bijv. 800 koeien? Ik weet niet of dat dan tegen te houden is.” zegt Groeneveld.
De vragen:
A. U heeft een brief gestuurd aan de gemeenten (12 juli 2012, kenmerk 01002895) met de vraag naar de mening van de gemeenten over de invulling van het criterium ‘plaatsgebondenheid’ bij het bouwen van stallen voor melkvee met een bouwvlak groter dan 1,5 ha. ‘Plaatsgebonden’ is een onbekend begrip in de discussie over de stallen. Ook u zoekt blijkbaar nog naar een invulling van de criteria.

1. Op grond van welke argumenten heeft u gekozen voor het begrip ‘plaatsgebonden’ in de – nog vast te stellen – bepalingen in de Verordening Romte Fryslân?
2. Kunt u toelichten wat de voordelen zijn van het gebruiken van het begrip ‘plaatsgebondenheid’, boven het gebruik van het wel bekende begrip ‘grondgebondenheid’?

B. Op 21 december 2011 én in de commissie van 10 oktober 2012 heeft u de toezegging gedaan dat u, totdat de uitzonderingsbepalingen voor het maximum van 3 ha bouwvlak in de Verordening Ruimte vastliggen, geen gebruik zult maken van uw ontheffingsbevoegdheid. Inmiddels zijn er diverse aanvragen binnengekomen bij gemeenten voor het bouwen van stallen groter dan 1,5 ha en met meer dan 250 koeien .

1. Kunt u ons een overzicht geven van de aanvragen?
2. Op welke wijze reageert u naar de gemeenten over deze aanvragen?
3. Wat is het effect van het opschuiven van de verwerking landbouwbepalingen in Verordening Romte naar het 2e kwartaal van 2013 op het beantwoorden van genoemde aanvragen? (Verschuift van dec. 2012 naar 2de kwartaal 2013 volgens de planninglijst van 4 september).

C. Landelijke discussie schaalvergroting. U liep met het voorleggen van het voorstel ‘Schaalvergroting in de melkveehouderij’ in december 2011 vooruit op de landelijke politieke discussie over de schaalvergroting.
1. Op welke wijze gaat u de landelijke politieke discussie alsnog betrekken bij uw beleid?
En hoe betrekt u de maatschappelijke discussie over schaalvergroting bij uw beleid?
En op welke wijze gaat u PS daarin betrekken?