Veel inbreng GrienLinks bij debat over weidevogelbeleid

skriesIn opdracht van Provinciale Staten werkt gedeputeerde Johannes Kramer aan nieuw (en hopelijk beter) beleid om de weidevogels (de grutto of ‘skries’ in het bijzonder) in Fryslân te behouden. Dat valt nog niet mee, maar aan goede wil ontbreekt het niet. Op 27-2-2013 bespraken PS de ‘Koersnotitie weidevogels’: nog geen definitief beleidsstuk, maar een tussenstap naar de echte notitie, die voor het eind van 2013 moet verschijnen. Irona Groeneveld had voor GrienLinks een forse inbreng. Onder maar liefst zes moties stond haar naam, waarvan drie samen met statenleden van andere fracties ingediend. Drie van de zes moties werden aangenomen: een motie over het verzamelen en delen van kennis over weidevogelvriendelijk boeren, een motie over het opstellen van bedrijfsmodellen voor weidevogelvriendelijk boeren en een motie over lessen op de basisscholen over weidevogels.

Irona’s eerste motie ging over de lange termijnvisie, samen met CU en SP ingediend. Het idee was, niet alleen streefcijfers te hebben voor 2020 (10.000 broedparen grutto’s), maar ook voor de jaren 2025 en 2030. Die motie werd door een forse meerderheid weggestemd (tien voor, 29 tegen, één onthouding).

De tweede en de derde motie gingen over het verzamelen en verspreiden van kennis over weidevogelvriendelijk boeren en over het ontwikkelen van bedrijfsmodellen voor weidevogelvriendelijk boeren. Irona had dit idee opgedaan in een gesprek dat zij samen met onze stagiaire Lineke Bakker met een enthousiaste weidevogelboer voerde. Deze moties (samen ingediend met VVD en SP) kregen ruime steun: 36, c.q. 35 van de veertig aanwezige statenleden stemden er voor. De vierde motie ging over het verspreiden van kennis over weidevogels op Friese basisscholen, samen met het CDA ingediend. Die werd door gedeputeerde Kramer overgenomen (en daarna, zoals gebruikelijk, ingetrokken; die kwam dus niet in stemming).

Samen met de FNP diende Irona ook een motie in over compensatie bij grootschalige ingrepen in het landschap, zoals de Haak om Leeuwarden, de Centrale As en de N381 tussen Drachten en Appelscha. Gebruikelijk is dat dan met boeren in de nabije en soms ook wat verder weggelegen omgeving twaalfjarige contracten worden afgesloten voor weidevogelbeheer. Dit als compensatie voor het teloorgaan van weidevogellanderijen. Het voorstel behelsde om “te ûndersykjen” of de contractperiode kan worden verlengd van twaalf naar dertig jaar. Helaas stemden maar 15 statenleden in met dit voorstel. Ook Irona’s laatste motie, samen met D66, haalde het niet. Daarin werd het college verzocht GS jaarlijks op de hoogte te brengen van de weidevogelstand “en zo nodig beleidsvoorstellen te doen om onvoldoende ontwikkeling om te buigen.” Zestien stemden voor, 23 tegen, één Statenlid onthield zich (hij is in een andere functie bij het onderwerp betrokken, vandaar).

Al met al was Irona tevreden: “Ik ben er vooral blij mee dat er een plan komt om kennis beter te delen en om bedrijfsmodellen te ontwikkelen. Dat vergroot de kans dat er veel meer boeren mee gaan doen met weidevogelvriendelijk boeren. En nu natuurlijk blijven controleren, of de gedeputeerde onze aangenomen moties ook uitvoert!” zei ze strijdbaar.