Politiek debat over windenergie in Fryslân: het lijkt de wind zelf wel…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA Binnenkort starten de Friese Milieufederatie, stichting Hou Friesland Mooi en stichting Platform Duorsum Fryslân een inspraakprocedure over de (on-)mogelijkheden van het plaatsen van nieuwe windturbines in Fryslân.

Het debat in Fryslân over de windenergie is “sa hinne en wer as de wyn sels”, zou je kunnen zeggen. Daar zit een kern van waarheid in. Maar daar staat tegenover dat de Friese Staten – in meerderheid – ook een zekere vasthoudendheid aan de dag leggen, namelijk dat er een niet-fossiele keuze nodig is, dus een omzetting van de energieproductie en –consumptie van fossiel naar duurzaam, ook wel herwinbaar genoemd.

Een terugblik én de actuele stand van zaken vanuit het GrienLinks-oogpunt.

Begin deze eeuw hebben de Friese Staten ‘Windstreek 2000’ vastgesteld, waarin de provincie koos voor vervanging van solitaire (‘alleenstaande’) turbines door ‘clusters’. Bovendien werden bepaalde gebieden hiervan uitgesloten: de Waddeneilanden, de Wadden, het IJsselmeer, in en rond stiltegebieden (tot duizend meter afstand) en in en rond natuurgebieden (tot 500 meter).

Binnen het overblijvende zoekgebied gaven de Staten de voorkeur aan bedrijventerreinen. Tweede voorkeur betrof langs of bij grote infrastructuur, zoals langs het spoor tussen Leeuwarden en Grou, langs de A7 bij Bolsward en langs de A7 tussen Heerenveen en Drachten.

Het resultaat was niettemin dat de windenergiecapaciteit van 1999 tot en met 2006 bijna verdubbelde, naar circa 127 MW. Dit met relatief veel turbines: ongeveer 315, oftewel 17,5 procent van circa 1800 windturbines in totaal in Nederland. Dit relatief hoge aantal in Fryslân komt doordat de Friese turbines toen (en nu nog) gemiddeld ouder en kleiner waren dan in de rest van Nederland.

Dat is mede het gevolg van een ‘verbod’ van Defensie. Dat ministerie zegt last te hebben van een storende werking van de windturbines met een masthoogte van honderd meter of meer op de radar van de Vliegbasis Leeuwarden en van Wier (ten zuiden van Sint Jacobiparochie).

In 2007, twee jaar later dan aanvankelijk was afgesproken, volgde de evaluatie van ‘Windstreek 2000’. De conclusie van de Staten was: er ontstaat landschappelijk te veel verrommeling, er moet in een beperkter aantal gebieden windenergie worden toegestaan, er moet dus meer worden ‘geclusterd’.

Maar de rode draad bleef: de productiecapaciteit van windenergie in Fryslân moet omhoog, want windenergie is nog steeds de goedkoopste niet-fossiele vorm van energieproductie. Die omzetting of transitie naar de schone energie moet doorgaan. De statenfractie van GrienLinks heeft die keuze toen gesteund.

In 2009 bespraken de Staten de (tweede) ‘startnotitie’ van gedeputeerde Hans Konst over de windenergie. De eerste was weer ingetrokken na de statenbrede kritiek uit de commissie. Het college had zich te veel gebaseerd op een advies van Atelier Fryslân, waarin de ‘Greidhoeke’ (tussen Leeuwarden, Sneek en Afsluitdijk aan de oost- en zuidkant en Leeuwarden-Harlingen aan de noordkant) werd aangeduid als geschikt voor evenveel (forse) windturbines als dat er dorpen in liggen. Dit achtte de statencommissie (en ook GrienLinks) in strijd met een eerder advies van de commissie, dat er méér geclusterd moet worden, ook intergemeentelijk, én meer solitaire turbines

Bij de vorming van een nieuwe coalitie in 2010 leek er sprake van een doorbraak: PvdA, CDA en FNP vonden elkaar in het volgende compromis: (forse) nieuwe turbines toestaan in het IJsselmeer in de buurt van de Afsluitdijk, op de ‘Kop’ van de Afsluitdijk en vrij ruim daar omheen, op een nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein ten noordoosten van Heerenveen en zuidelijk van Lemmer in het IJsselmeer (als onderdeel van het rijksplan voor de locatie ‘Urk’).

Op 16 februari 2011 volgde weer een debat in de Friese Staten, over de ‘Houtskoolschets Windstreek’. Het idee van GrienLinks om de ambitie van de provincie te verhogen van 400 MW (zoals GS voorstelden) naar “minimaal 600 MW” kreeg geen steun van andere fracties. Ook het voorstel van GrienLinks om windturbines op het vasteland met name te plaatsen op of bij de grootste bedrijventerreinen bij de vier grootste plaatsen in Fryslân en langs de snelweg en spoorweg tussen Leeuwarden en Grou, haalde het niet. Alleen de fractie van de ChristenUnie steunde dit. Het GrienLinks-voorstel om zogeheten dorpsmolens, “wêrfan ’t de finansjele opbringsten ten goede komme oan de oanbelangjende doarpen”, uit te sluiten van de te saneren windturbines, “as de finansjele partisipaasje yn de ynvestearring foar de wynturbine fan partikulieren yn sa’n doarp fyftich persint of mear is”, kreeg weinig steun: alleen van SP en Feriene Lofts.

De ‘Houtskoolschets’ werd vrijwel ongewijzigd vastgesteld. Als locaties voor windenergie werden slechts vier aangewezen: in het IJsselmeer in de buurt van de Afsluitdijk, op de ‘Kop’van de Afsluitdijk en daar vrij ruim omheen, op een plek ten noordoosten van Heerenveen (waar in de toekomst bedrijventerrein moet komen) en ten zuiden van Lemmer (in het IJsselmeer, als onderdeel van het ‘rijksplan’ bij Urk).

Daarna kwam de formele inspraakprocedure. Die leidde tot meer dan tweeduizend handtekeningen – in Súdwest-Fryslân vooral – tégen nieuwe turbines, zowel op de vaste wal als in het IJsselmeer. Het college van GS schrok zich een hoedje (het woei bijna af, zeg maar!) en vroeg extra tijd voor beantwoording van zóveel reacties. Afgelopen herfst kam het college tot het inzicht dat het anders moest. Dit werd vooral geïnspireerd door drie organisaties die de handen ineen hebben geslagen: de Friese Milieufederatie (FMF), de stichting Platform Duurzaam Fryslân (PDF) en de stichting Hou Friesland Mooi (HFM). Zij pleitten voor een aanpak ‘van onderop’ en hebben aangeboden de inspraak te begeleiden.

GrienLinks is het eens met dat idee. BIj nader inzien is aanwijzen van ‘zoekgebieden’ ‘van bovenaf’ namelijk niet de goede methode. Daarnaast leidt die tot massaal protest, tot juridische procedures en tot veel vertraging. Vandaar dat ook voor GrienLinks de keuze voor een aanpak ‘van onderop’ de beste is. Maar volgens GrienLinks dan wel onder bepaalde voorwaarden, waar wel en waar niet windmolens geplaatst kunnen worden. Het moet ook duidelijk zijn dat geen windmolens op land geen optie is. Met andere woorden: we hebben windenergie nodig bij het behalen van de doelstelling aan duurzame energie. Dat heeft fractievoorzitter Retze van der Honing woensdag 4 december 2013 in de statencommissie Lân, Loft en Wetter ook ingebracht. “Om teloarstelling achternei tsjin te gean”, zei hij een paar keer. Maar hij kreeg daarvoor geen steun van andere fracties.

De drie organisaties gaan binnenkort aan de slag met het organiseren van inspraak. De bevolking, organisaties en bedrijven mogen hun visie geven op windenergie in Fryslân. Voor de zomer van 2014 moet hun notitie er liggen. Die wordt dan na de zomer in de Staten besproken, zo is nu de planning. Intussen gaat de klimaatverandering vrolijk door. En op dit moment waait er weer eens een zware storm door Nederland (5 december 2013). Aan wind geen gebrek…