Op 18 december 2013 diende GrienLinks (samen met de ChristenUnie) een motie in over aanpak van de inspraak over windenergie in Fryslân.
Zoals eerder gemeld, krijgen de Friese Milieufederatie, stichting Platform Duurzaam Fryslân (PDF) en stichting Hou Friesland Mooi met z’n drieën de opdracht te zoeken naar draagvlak voor windenergie in de provincie. De GrienLinks-fractie juicht dit initiatief toe, maar vindt dat er wel duidelijke kaders gesteld moeten worden: waar kunnen nieuwe turbines in principe wel, waar beslist niet worden toegestaan? Dit zouden de Staten moeten aangeven vóórdat de drie organisaties op pad gestuurd worden.
“As der partijen binne dy’t gjin wynerzjy op it lân wolle, dan moatst dat nó sizze. Doel is: helderheid ferskaffe”, legde Van der Honing uit.
Met de motie ‘vreemd aan de orde van de dag’, in vervolg op het debat in de commissie op 4 december 2013 , probeerde hij die duidelijkheid te krijgen: “Om teloarstelling achternei tsjin te gean”.
Na acht overwegingen, waarin windenergie wordt genoemd als één van de verschillende vormen van duurzame energieproductie, staat in de motie een soort dubbelbesluit: “De Staten, in vergadering bijeen op 18 december 2013, besluit dat: 1. Onderzoek naar draagvlak voor mogelijke locaties voor windmolens op het vaste land alleen zinvol is als plaatsing van een substantieel deel van de windmolens op het vaste land ook daadwerkelijk kan worden gerealiseerd; 2. het college op te dragen het proces vanuit de samenleving volgens dit uitgangspunt in te richten.”
De coalitiefracties bleken niet bereid de motie te steunen. PvdA-woordvoerder Tjerk Voigt: “Wij hebben vertrouwen in de drie organisaties die het onderzoek doen, beschouwen hun advies als zwaarwegend, maar we lopen niet vooruit op de resultaten.”
“Fertrouwe jo de boargers wol!?” was de reactie van Annigje Toering naar aanleiding van dit voorstel. “Dit is in gemene fraach!” zei Retze tot twee keer toe. Het is namelijk juist de bedoeling om de burgers duidelijkheid te verschaffen bij deze nieuwe manier van beleid maken, om te voorkomen dat er iets uitkomt wat niet mogelijk is (bijvoorbeeld helemaal geen windmolens op land). Daarna legde hij uit, vooral weinig vertrouwen te hebben in de FNP: “Dy wol leafst hielendal gjin wynturbines yn Fryslân! Dan moast dat no meteen sizze! ”. De motie kreeg uiteindelijk de steun van tien van de veertig aanwezige statenleden, namelijk van D66, SP en uiteraard van de indieners, ChristenUnie en GrienLinks.