De twaalf provincies en de rijksoverheid hebben een nieuwe overeenkomst gesloten over het natuurbeleid. Enkele belangrijke verschillen ten opzichte van de ‘overeenkomst’ (Fryslân stemde daar toen niet mee in) met staatssecretaris Henk Bleker (CDA) zijn:
– de provincies krijgen geen 17, maar vijftig miljoen euro (was voorheen zeventig miljoen!);
– natuurbeleid buiten de Ecologische Hoofdstructuur (netwerk van natuurgebieden) wordt óók de verantwoordelijkheid van de provincies; die moeten dus in feite Europees natuurbeleid uitvoeren, onder andere wat betreft biodiversiteit. Het gaat echter niet om een resultaatverplichting, maar om een inspanningsverplichting.
GrienLinks-fractievoorzitter Retze van der Honing heeft er in de statencommissie Lân, Loft en Wetter over doorgevraagd. Gedeputeerde Johannes Kramer deed wat afhoudend, maar ambtenaar Menco Groeneweg was wat royaler met de beantwoording.
Hij erkende dat de provincie eigen beleid dient te formuleren, wat betreft de instandhouding van soorten, in het kader van het agrarisch natuurbeheer.
“We streven er naar de opzet in mei klaar te hebben. Na vaststelling door het college krijgt u daarover een brief. Het vraagt een heel strakke planning. We vrezen dat we die niet halen, daarom wordt ook gekeken naar een plan B, zodat de betrokken boeren niet twee jaar in onzekerheid hoeven te verkeren.”
Provinciale Staten kunnen binnenkort (ook na doorvragen van GrienLinks) van gedeputeerde Sietske Poepjes een notitie verwachten over biodiversiteit, én dus ook van gedeputeerde Kramer in het kader van agrarisch natuurbeleid. Extra ingewikkeld is de kwestie van de biodiversiteit, omdat ook de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water een belangrijke rol speelt. En die valt onder een derde gedeputeerde: Tineke Schokker (waterbeleid).
GrienLinks heeft 22 januari 2014 wel ingestemd met het nieuwe Natuurpact tussen de twaalf provincies en het Rijk, maar blijft ook op het vinkentouw zitten, als het gaat om de uitvoering van het beleid.