In 2013 is de verantwoordelijkheid voor het verdelen van het geld uit het Waddenfonds van het Rijk naar de provincies Fryslân, Noord-Holland en Groningen gegaan, met Fryslân als trekker. Er is een organisatie opgericht (een WGR) en een Waddenvisie vastgesteld door de drie provincies gezamenlijk. Op 21 mei 2014 werd in Fryslân (en op een ander moment in de andere provincies) het Uitvoeringsplan Waddenfonds vastgesteld. Op grond van dat Uitvoeringsplan (dat vier jaar geldig is) worden de subsidies aan de ingediende projecten al dan niet toegekend. Per jaar komt er dan nog een Jaarplan uit ter kennisname aan de Staten. GrienLinks heeft ingestemd met de Waddenvisie en het Uitvoeringsplan, omdat de fractie het belangrijk vindt dat de projecten van start moeten kunnen gaan. Wel maken de GrienLinksers zich zorgen over de natuur op de Wadden.
Joop van der Heide bij de behandeling van dit punt (in de commissievergadering): “Wij willen, nu de provincies op streek zijn gekomen met het inrichten van het Waddenfonds op decentraal niveau, er voor pleiten dat er meer geld terechtkomt bij projecten voor natuurbehoud en –herstel. Het is dit jaar 10 jaar geleden dat de commissie Meijer het rapport “ Ruimte voor de Wadden” over het vastgelopen overleg over de gaswinning uitbracht. Nu, 10 jaar later, november 2013, is het Rekenkamerrapport: “ Waddengebied: natuurbescherming, natuurbeheer en ruimtelijke inrichting” uitgekomen.
Daarin wordt geconcludeerd dat de gemiddelde natuurkwaliteit sinds 1984 niet veranderd is. Dat, stelt de Rekenkamer, zegt dat hoofdoelstelling 1 van het Waddenbeleid behaald is: ‘ behoud van de natuur’ . Dat echter de tweede hoofddoelstelling: “ de ontwikkeling van natuur in de Waddenzee” nog niet behaald is.
De Rekenkamer stelt dat monitoring van het grootste belang is en dat dat goed gecoördineerd moet verlopen.
Tevens meldt de Rekenkamer in dit rapport dat er te veel beheerders zijn, dat het geld van het Waddenfonds niet altijd doelmatig wordt ingezet en dat “ Van de miljoenen euro’s die in de periode 2007-2011 bestemd waren voor het Waddengebied, maar een klein deel direct ten goede gekomen is aan de natuur.
GrienLinks pleit ervoor dat de door de gedeputeerde eerder toegezegde 0-meting van de natuurtoestand op de Waddenzee met spoed uitgevoerd wordt en er een uitwerking komt van de wijze waarop gemonitord gaat worden wat de effecten zijn van de projecten die we als Waddenfonds subsidiëren. Daarnaast willen we aandacht vragen voor de effecten van de zoutwinning op het Wad.”
Gedeputeerde Schokker meldde in de beantwoording dat er al gewerkt wordt aan een nulmeting van de toestand van de natuur op het Wad én dat er gewerkt wordt aan hoe er gemonitord gaat worden wat de effecten van de projecten zijn. Ook Bram van de Klundert (directeur Waddenfonds) meldde dit in een gesprek na de vergadering. Daarnaast zei de gedeputeerde dat de verdeling 50/50 tussen economie/ecologieprojecten niet zo een, twee, drie te geven was. Dat pas op het laatst van de periode (van vier jaar dus) de balans daarvan op te maken was. Dit vindt GrienLinks, maar bijvoorbeeld ook de VVD (maar zij maken zich zorgen dat de economie tekort komt), niet zo’n praktisch idee. Want tja, wat doe je dan als je achteraf vaststelt: oh, de balans klopt niet. Dat werd beaamd door de gedeputeerde, maar ze verwees vervolgens naar de monitoring van de projecten. De opzet voor de nulmeting en de monitoring van de effecten van de projecten is in de herfst van 2014 klaar. Over de zoutwinning meldde de gedeputeerde dat het Waddenfonds er niets over de zoutwinning te zeggen heeft. Joop van der Heide: “Hier komen we nog op terug, want wel of niet naar zout boren op het Wad heeft natuurlijk álles te maken met de toestand van de natuur op het Wad.”