Onder het motto ‘het is beter dan het oude beleid’’ heeft GrienLinks op 25 juni 2014 de Weidevogelnota 2014-2020 van gedeputeerde Johannes Kramer (FNP) gesteund. Dit ondanks dat twee moties en een amendement van GrienLinks en SP ‘sneuvelden’ bij de stemming aan het eind van de dag.
Want qua aanpak lijkt de nieuwe nota een verbetering ten opzichte van het oude beleid. Boeren kunnen tot nu toe subsidie krijgen voor ‘legselbeheer’: het aantal nesten van weidevogels is bepalend voor de subsidie die ze ontvangen. In de nieuwe aanpak gaat het er om, dat boeren en weidevogelbeschermers in ‘collectieven’ samenwerken om grotere, aaneengesloten gebieden tot stand te brengen, waar sprake is van rust en ruimte.
Een belangrijk struikelblok bij het slagen hiervan is echter de financiering. Het ‘Olterterp-oerlis’, waarin diverse organisaties op het gebied van (onder andere) weidevogelbescher-ming samenwerken, heeft berekend dat voor 40.000 hectare ‘weidevogelkerngebieden’ zeker 16,2 miljoen euro nodig is, voor de periode tot 2020. De provincie Fryslân heeft echter hooguit 13,2 miljoen euro beschikbaar, als er ook voldoende Europese gelden kunnen worden aangeboord. Een motie om het bedrag tot die 16.2 miljoen euro te verhogen, werd afgestemd door de meerderheid.
Als het aan GrienLinks had gelegen, was bovendien in de Feroardening Romte (ook op de agenda van 25 juni) vastgelegd, dat deze kerngebieden ook gunstig moeten worden ingericht (denk vooral aan het waterpeil) voor weidevogels.
Dat gold ook voor de motie waarin GrienLinks en SP aandrongen op monitoring van de resultaten. Mochten die na drie jaar tegenvallen, dan zou de vrijwilligheid van de regeling moeten worden veranderd in een verplichting. Gedeputeerde Kramer verdedigde de vrijwilligheid echter fel: “Frijwillichheid is tige wichtich foar it slagjen, foar it fertrouwen fan de boeren. Dy wolle sels se leie hawwe”, verklaarde hij. Oftewel: boeren willen niet ver-plicht worden aan zo’n regeling deel te nemen. “In soad boeren sitte op in twasprong: óf fierder groeie, mear molke produsearje en mear omset helje, óf mear kwaliteit biede, ûnder oare foar greidefûgels. Wy wolle de boeren de frijheid jaan yn dizze kar”, aldus Kramer.
De GrienLinks-statenleden Retze van der Honing en Joop van der Heide hadden beiden al eerder betoogd dat als gevolg van het economisch bestel vaak geen sprake is van een ‘vrije’ keuze. Het begrip ‘autonoom proces’ dat door Gedeputeerde Staten wordt gehanteerd, gaat GrienLinks te ver. Juist de weinig sturende aanpak van overheden (Europees, landelijk, provinciaal en gemeentelijk) in de maatschappij is óók een keuze, dus bepaald niet ‘autonoom’, vindt GrienLinks. Een amendement van de SP en GrienLinks om dat begrip ‘autonoom’ te schrappen kreeg echter geen steun van de andere fracties.
Verrassend overigens wel de steun van de VVD voor een motie om ‘mozaïekbeheerders’ bij het weidevogelbeheer een juridisch onafhankelijke positie te garanderen. Zij moeten controleren of boeren en collectieven van boeren de juiste maatregelen nemen ten gunste van weidevogels. (Denk aan de goede momenten van maaien, de wijze van maaien, de bemesting, het waterpeil). Maar ook dat voorstel werd door de overgrote meerderheid weggestemd.
Dat GrienLinks toch instemde met de nieuwe weidevogelnota is, omdat deze een verbete-ring lijkt ten opzichte van het oude beleid. Of dat ook werkelijk het geval zal zijn, zal nog moeten blijken. Dit wordt afgemeten aan de aantallen weidevogels in Fryslân de komende jaren, met de ‘skries’ (grutto) als belangrijkste ‘speerpuntvogel’, zeg maar.