Het rondpompen van geld is belangrijker dan het streven naar meer werkgelegenheid. Die visie draagt het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân uit. Statenlid Retze van der Honing concludeert dit op basis van het antwoord dat hij kreeg van gedeputeerde Sander de Rouwe (CDA) in het Statendebat over de begroting 2016.
Retze van der Honing vroeg het college een streefgetal te noemen van de versterking van de werkgelegenheid in (en door) het provinciaal beleid bij de nog te maken economische nota.
Bij het economisch beleid in meer algemene zin ontbreekt een doelstelling over de groei van werkgelegenheid, stelt Van der Honing. Hij vindt dat zo’n doelstelling er wel moet zijn, zodat Provinciale Staten het college ook kunnen controleren op bereikte effecten. “Tenslotte moet het doel van investeren in de economie door de overheid werkgelegenheid zijn.”
Hij wees op een onderdeel van het economisch beleid van de provincie: recreatie en toerisme, waarbij exacte streefgetallen vermeld staan over de na te streven groei van het aantal recreanten. “Er staat nog net niet welke toerist waar zal gaan overnachten”. Retze van der Honing werd al snel onderbroken door VVD-Statenlid Leo Pieter Stoel, die opmerkte dat economen geen natuurkundigen zijn, dat economie moeilijk(er) meetbaar is dan natuurkundige proeven. Retze gaf hem meteen gelijk. “Mar wy hawwe no gjin inkel besef fan in doelstelling en dat is my te min”, was de reactie van Retze van der Honing.
De motie van GrienLinks en D66 om de werkgelegenheidsdoelstelling in concrete aantallen op te nemen in de nog te maken nota economie, kreeg geen steun van de meerderheid: 17 Statenleden stemden voor, 25 tegen.