Bij exploitatie van diepliggende grondstoffen (zoals gas en zout) dient sprake te zijn van de ‘omgekeerde bewijslast’. Dit standpunt hebben Provinciale Staten van Fryslân (niet voor het eerst) uitgesproken, in de vergadering van woensdag 16 december 2015. GrienLinks steunt dit standpunt. Het betekent dat de exploitant moet aantonen, geen schade te hebben veroorzaakt aan woningen, gebouwen en infrastructuur als gevolg van de exploitatie van diepe grondstoffen.
Helaas vindt het Kabinet Rutte dat die ‘omgekeerde bewijslast’ alleen van kracht moet worden in de provincie Groningen, vanwege de aardgaswinning aldaar. Ook het Canadese bedrijf Vermilion – in Friesland met een vestiging in Harlingen – wil gas winnen, op veel kleinere schaal, bij Oppenhuizen, niet ver van de Snitsermar. Dit vergt de aanleg van een gasleiding van Oppenhuizen naar Ried bij Franeker.
De provincie Fryslân heeft in dit soort situaties het recht de minister van Economische Zaken te adviseren, maar de minister (c.q. het Kabinet) bepaalt of er wel of niet een vergunning wordt verleend. Mede naar aanleiding van deze vergunningaanvraag hebben Provinciale Staten herhaald geen nieuwe aardgaswinning te willen, maar nu aangescherpt, door bij het Rijk aan te dringen op de omgekeerde bewijslast, zij het met een minimale meerderheid van 22 stemmen voor en 21 tegen. GrienLinks-statenlid Retze van der Ho-ning was één van de voorstemmers.
Retze heeft bovendien aangedrongen op het verplichten van een zogeheten nul-meting voor alle woningen en gebouwen in het gebied waar de gaswinning (“onverhoopt”) plaats zou moeten vinden. De bewoners van Oppenhuizen en omgeving hebben op zo’n nul-meting aangedrongen. Vermillion lijkt tot nu toe alleen bereid dit steekproefsgewijs te doen, in plaats van voor alle woningen en bedrijven in het gebied.