GrienLinks houdt vast aan schoon water doelen

waterlelie Tegen de zin van gedeputeerde Sietske Poepjes (CDA) heeft GrienLinks woensdag 16 december 2015 opgeroepen tot aanscherping van de ‘definitieve KRW-notitie’ van Gedeputeerde Staten van Fryslân. In die nota en ook in de bijbehorende ‘factsheets’ wordt gesteld dat de doelen voor schoon boezem- en grondwater eventueel bijgesteld kunnen worden (naar minder schoon water).
GrienLinks-statenlid Retze van der Honing vindt dit niet kunnen. “De provinsje en Wetterskip Fryslân moatte sa gau mooglik alle drege ûnderdielen fan de ‘Kaderrichtlijn Water’ oppakke en neat útstelle nei de jierren 2022 en dêrnei”, vindt Van der Honing.

Een Amendement GrienLinks D66 en PvdD PS 16 december 2015 – KRW-doelen en maatregels samen met Partij voor de Dieren en D66 – om het provinciale beleid in de toekomst in elk geval niet af te zwakken, sneuvelde helaas met 17 stemmen voor en 26 tegen. Een uitslag die deze dag vaker te zien was, omdat de coalitiepartijen CDA, VVD, SP en FNP voortdurend één lijn trokken.

Over de KRW nog wat uitleg. Eén van de belangrijkste voorwaarden voor een gezond leven is schoon (drink-)water. Hierover is Europese regelgeving van kracht, via de Euro-pese Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit is een juridisch en technisch tamelijk ingewikkeld verhaal, maar de essentie is simpel: elke Europese lidstaat, elke provincie en elk water-schap dient hier aan mee te werken en te zorgen dat de vooraf vastgestelde doelen (‘schoon water’) uiterlijk in 2027 worden gehaald.

Dit wekt de indruk, dat het water nu niet schoon is. Dat klopt ook, voor wat betreft het boezemwater (oppervlaktewater van sloten, kanalen en meren) en voor een deel van het grondwater. Dankzij goede zuiveringstechnieken is ons drinkwater wél schoon. Boezem- en grondwater worden in Friesland vooral vervuild door (kunst-)mest en bestrijdingsmid-delen, dus vooral door de landbouw.
Overigens kunnen ook menselijke uitwerpselen een bedreiging vormen voor het opper-vlaktewater, maar dankzij de zuiveringsinstallaties van de waterschappen is dit gevaar tamelijk goed ‘afgevangen’. De zuiveringsinstallaties worden zelfs steeds vaker produ-centen van grondstoffen en energie. Maar de landbouw zal flink moeten veranderen(o.a. in het gebruik van bestrijdingsmiddelen en ook de veestapel moeten inkrimpen) om de KRW-doelen te halen.