De GrienLinks Statenfractie heeft woensdag 13 april 2016 SPOED Schriftelijke vragen GrienLinks – Waterhuishoudingsplan en MER – 13 april 2016 gesteld over de milieubeoordeling van het vierde Friese Waterhuishoudingsplan. “Dit plan, dat Provinciale Staten woensdag 20 april gaan bespreken, is niet ‘milieuproof’, vindt GrienLinks-fractievoorzitter Retze van der Honing. Er ligt namelijk een kritisch MER advies WHP4 over de manier waarop de provincie de milieu-effecten in het waterhuishoudingsplan heeft beschreven. “En dat is een belangrijk onderdeel van het plan: het effect van ons handelen op de kwaliteit van het water….”
Het is verplicht om het plan op de milieu-effecten te laten onderzoeken door de landelijke commissie MER. (Milieu Effect Rapportage). Die commissie vond dat de milieu-effecten onvoldoende door de provincie zichtbaar zijn gemaakt.
Daarop schreef de provincie een aanvullende notitie, maar verzuimde om deze notitie nogmaals aan de commissie MER ter advies voor te leggen. Zodoende is onduidelijk of de aanvullende notitie de tekortkomingen in de MER opheft. Van der Honing:“Volstrekt onwenselijk. Daarom hebben we als fractie met spoed vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten, waarin we verzoeken om alsnog toetsing van de milieueffecten. ”
De landelijke commissie MER meldt in haar advies: “De commissie signaleert bij de toetsing van de MER een aantal tekortkomingen. Zij acht het opheffen ervan essentieel voor het volwaardig meewegen van het milieubelang bij de besluitvorming…(..)”. Het gaat om de volgende tekortkomingen:
· “-de beschrijving van de referentiesituatie en doelstellingen is onvoldoende helder, waardoor onduidelijk is ten opzichte van welke situatie de milieueffecten in het MER zijn bepaald en in hoeverre gestelde doelen bereikt kunnen worden;
· de motivering voor de gekozen maatregelen en de samenhang daartussen blijkt niet duidelijk uit het MER. Verder zijn niet alle maatregelen uit de waterplannen beoordeeld op hun milieueffecten, zodat een totaalbeeld hiervan ontbreekt;
· de beoordelingsmethodieken en -criteria voor oppervlaktewater zijn niet inzichtelijk gemaakt, zodat de effecten daarvan niet navolgbaar zijn;
· uit de Passende beoordeling blijkt dat significant nadelige effecten op Natura 2000-gebieden niet uit te sluiten zijn. Hoewel mitigerende maatregelen zijn beschreven, is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze effectief en realistisch zijn. “