Ganzen, schieten en landbouw

greylag-goose-301262_640 Er komen steeds meer ganzen naar onze provincie. Dat er meer ganzen zijn, komt doordat de broedgebieden (bv. in Siberië) groter worden door het smelten van het ijs door de klimaatopwarming. De ganzen vinden daarbij het korte (raai) gras dat in Friesland veel voorkomt, erg lekker. Ze komen hier na de broed om te eten. De (winter) ganzen zijn beschermd. Maar ze eten de weilanden van de boeren kaal. Dat zorgt voor veel schade. Sinds twee jaar mogen ze verjaagd én beschoten worden (behalve in de twee maanden winterrust)naar foerageergebieden. Daarvoor krijgen boeren een schadevergoeding. Dat loopt in de miljoenen. “Dit is dweilen met de kraan open, natuurlijk”, zegt Retze van der Honing. “Alleen verjagen en beschieten helpt niet, je moet dit ook bij de oorzaak aanpakken. En aangezien de ganzen graag het gras lusten dat de boeren op hun land zetten, willen wij kijken of daar iets aan te doen is.” Hij diende een motie in bij het voorstel van Gedeputeerde Staten op 28 september 2016 om de evaluatieperiode van de ‘Ganzenaanpak’ te verlengen. De motie_ander-landbouwkundig-gebruik vraagt om in de evaluatie (in 2017) te bekijken of een ander landbouwkundig gebruik zou kunnen bijdragen aan de oplossing van het probleem van de ganzenvraat. De motie werd niet aangenomen.

Lees hier ons artikel: Plagen zouden ons de ogen moeten openen

Bij het verjagen van de ganzen worden ook jagers ingezet, die sinds de laatste jaren ook ganzen mogen schieten. In ruil voor deze systematiek is het de bedoeling dat er na de evaluatieperiode 4 maanden winterrust voor de ganzen komt. Nu is dat nog 2 maanden. De maatregelen helpen maar ten dele, blijkt uit een tussenevaluatie. Ook ligt de discussie tussen de boeren, jagers en natuurorganisaties erg gevoelig. Hier is in het verleden al aardig fel over gediscussieerd.