GrienLinks is voor een snelle transitie van fossiele naar duurzame energie (lees hier meer over dit standpunt). Het voorstel dat Gedeputeerde Staten op 23 november 2016 aan de Staten voorlegde om voor 127 miljoen euro aandelen in 86 windmolens in het IJsselmeer te kopen raakt aan een ander onderdeel van het politieke verhaal. Over deze financiële deelname van de provincie Fryslân aan het Windpark Fryslân heeft GrienLinks-fractievoorzitter Retze van der Honing zijn bedenkingen: “Er is ten eerste onvoldoende informatie beschikbaar. Bijvoorbeeld over de noodzaak van deelname – kan zo’n windpark er niet komen zonder deelname van de provincie? Is deelname wel een ‘publiek belang’? Kunnen we de beschikbare 127 miljoen euro niet beter investeren in een nieuw PEB, dat zich richt op ontwikkeling van duurzame energie op het Friese vasteland?
Het is daarbij nog maar de vraag of een van de doelen van het college, om duurzame dorpen via een aandeel in een molen in het windpark hun duurzaamheid vorm te laten geven, wel haalbaar is. Het Netwerk Duurzame Dorpen liet al weten hier hun twijfel over te hebben.
Ook zijn de financiële vooruitzichten en risico’s (de zg. business case) nog niet in beeld.
Zeggenschap in het project door burgers en zeggenschap over de besteding van de winst is evenmin helder.
Dan is er nog het risico dat het hele project kleiner wordt of zelfs wordt afgeblazen, omdat er nog een procedure volgt bij de Raad van State van natuurorganisaties, die vinden dat het windpark de vogels en vleermuizen in het IJsselmeer te zeer zal verstoren. “De beswierprosedueres moatte ôfwachte wurde, foardat wy in beslút nimme kinne”, vindt Van der Honing. Lees hier de spreektekst van de eerste ronde van de bijdrage van Van der Honing.
Na het principebesluit van 23 november 2016 kunnen Provinciale Staten alleen nog in april 2017 ‘zienswijzen en bedenkingen’ op de Samenwerkingsovereenkomst geven. Het definitieve besluit tot deelname is daarna aan Gedeputeerde Staten (GS). Van der Honing probeerde via een motie over uitwerking van de business case een extra stap in te voegen: “De Staten kunnen dan voorwaarden stellen aan hoe de Samenwerkingsovereenkomst eruit moet komen te zien. Provinciale Staten zouden zich dan kunnen uitspreken over de risico’s, wat er met de rendementen moet gebeuren en hoe de participatie van burgers (zowel qua zeggenschap over bijvoorbeeld het Omgevingsfonds als over het delen in de winst) vorm moet krijgen.”
Helaas kregen deze motie en een amendement over de participatie geen meerderheid bij de stemmingen. De overgrote meerderheid van PS stemde voor het principebesluit en accepteerde de belofte van de gedeputeerde dat GS de wensen en bedenkingen van de Staten zou volgen. De kwestie komt dus in april 2017 terug in de Friese Staten, als de Samenwerkingsovereenkomst tussen het Windpark en de provincie aan de orde komt.