Hoger grondwaterpeil een enorm issue

“Men weigert gewoon over dit issue te debatteren. Politiek onfatsoenlijk. Dit is ongehoord! Het grondwaterpeil in het veenweidegebied moet omhoog omdat het veen heel hard zakt. Sinds 2003 (!) wordt geprobeerd om een afspraak te maken met de boeren in het veenweidegebied over verhoging van het grondwaterpeil. Dat lukt niet erg goed. Nu staat er een brief van het college op de agenda met het bericht dat het proces weer vertraagd is en dat de proeven in de kansrijke gebieden nog niet begonnen zijn. Daar wilden we over debatteren en ideeën inbrengen om op korte termijn wel het peil te verhogen op plekken waar boeren het wel willen. We zaten er klaar voor. Maar de SP, CDA, VVD, FNP, PVV en 50+ meldden dat ze het er niet over wilden hebben.Hier is de uitzending terug te zien.

We konden weer naar huis. Een democratische aanfluiting en het veenweidegebied schiet er niks mee op.”, Retze van der Honing reageert aangedaan op de afloop van de commissievergadering op 22 maart 2017 in het Provinciehuis in Leeuwarden.” In het lage midden van Friesland, het veenweidegebied, verzakt de grond. Dit komt door de inklinking van het veen. Dat heeft voor een klein deel een natuurlijke oorzaak. De grootste oorzaak is echter de industrialisering van de landbouw sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw. De boeren vragen sinds die tijd om grondwaterpeilverlaging omdat het land anders te nat is in het voorjaar als ze met de (steeds zwaardere) machines het land op willen. Dit is een voortdurend proces: de bodem daalt, het peil gaat omlaag, de bodem klinkt daardoor verder in, het peil moet nog verder omlaag, enzovoort.

Gevolgen van de voortdurende inklinking van het veen: verdroging van de natuur, afname van de biodiversiteit, minder weidevogels, bodemdaling, paalrot, verzakking van wegen en huizen, meer CO2 uitstoot.

De tekst van de Te Gast in de Leeuwarder Courant:
Verdroging veenweide: er moet nu wat gebeuren

Woensdag speelde zich een beschamende vertoning af in de commissievergadering van Provinciale Staten. Als politieke partijen maakten wij ons zorgen over een serieus probleem: het verdwijnen van het veenweidegebied. Een beeldbepalend landschap in Fryslân. De coalitiepartijen blokkeerden het debat hierover. Een uitvoerig verslag hierover stond de volgende ochtend in deze krant (Verwarring plaagt Friese politici, LC 23 maart). Maar waar gaat het ons precies om? Daarover is door alle consternatie spijtig genoeg niets van naar buiten gekomen.

Provinciale Staten besloten in januari 2012 (!) dat er een langetermijnvisie voor het Friese veenweidegebied moest komen. Die meerjarenvisie kwam er drie jaar later in januari 2015. Duidelijk was toen al dat, als er niet snel werd ingegrepen, het prachtige veenweidelandschap zou verdwijnen. Doordat het waterpeil ten behoeve van de landbouw laag gehouden wordt, verdwijnt de veenlaag. Grote gebieden waren al niet meer te redden. Er werd in 2015 besloten de drooglegging te beperken tot maximaal 90 centimeter beneden het maaiveld. Ook wezen we negen kansrijke gebieden aan om pilotprojecten en nieuwe strategieën te testen. Het gaat om De Mieden, de benedenloop Koningsdiep, het Bûtenfjild, de Alde Feanen, de omgeving Groote Brekkenmeer, Rottige Meenthe-Brandemeer, Aldeboarn-De Deelen, Snitsermar en Idzegea. In deze gebieden is de kans het grootst dat het veen voor de toekomst behouden blijft.

Er is in de kansrijke gebieden nog helemaal niets gebeurd. Ook al was de afspraak, dat er begin 2017 minimaal twee pilots gestart zouden zijn. Er zijn zelfs nog geen gebiedsplannen uitgewerkt. Zijn er dan geen ideeën? Jawel, in de gebieden zijn vooral bij biologische boeren en natuurorganisaties genoeg initiatieven. Alleen komen deze initiatieven uit de mienskip niet tot concrete projecten en dus niet tot besluitvorming door grote stroperigheid, gesteggel over de organisatiestructuur en ontevredenheid bij de landbouwsector over hun betrokkenheid.

Nu alle belangengroepen verenigd zijn in het Bestjoerlik Oerlis Feangreidefisy (BOF), zou verantwoordelijk gedeputeerde Sietske Poepjes (CDA) spijkers met koppen moeten slaan. Maar helaas. Opnieuw is aangekondigd dat het nieuwe uitvoeringsplan weer maanden vertraagd is. Kortom: er wordt veel vergaderd en blijkbaar vele plannen gemaakt om het plannen maken. Maar ruim vijf jaar na de eerste besluitvorming, is er nog geen enkel plan ten uitvoer gebracht. Ondertussen verdwijnt een uniek landschap in een razend tempo. Er moet nu wat gebeuren!

Hetty Janssen, PvdA
Rinie van der Zanden, Partij voor de Dieren
Margreet Mulder, D66
Retze van der Honing, GrienLinks
Richard Klerks, ChristenUnie