GrienLinks wil dat, als de overheid geld investeert in de economie, dat geld een transitie stimuleert naar een duurzame, groene economie. Hiervoor diende Statenlid Retze van der Honing, samen met de Partij voor de Dieren, PvdA en 50plus een amendement in tijdens de Statenvergadering op 18 oktober 2017.
Tijdens deze bijeenkomst stond het oprichten van de Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM) op de agenda. Het doel van de FOM is innovatie, groei en export binnen het mkb in Friesland stimuleren en ondersteunen, onder meer door het verstrekken van leningen voor projecten waar moeilijk financiering voor gevonden kan worden. Op zich een goed plan, vindt GrienLinks: “Wij willen graag het Friese mkb stimuleren. Het mkb is een belangrijke motor achter de regionale economie en zorgt voor banen en innovatie. Bovendien ligt er een geweldige mogelijkheid voor de FOM om samen met het mkb aansluiting te zoeken bij de uiterst noodzakelijke groene economie in Friesland.”
Maar daar ligt volgens de partij nu juist een probleem. Want er worden verschillende eisen gesteld aan ondernemingen die graag een financiering willen bij de FOM, maar “duurzaamheid” staat daar niet bij. Van der Honing: “In 2015 hebben de Staten een motie aangenomen dat duurzaamheid een belangrijk criterium moet zijn in de nieuwe economische aanpak. Ook de VVD. Maar tot onze verbazing zien we dat helemaal niet terug. Een gemiste kans.” In het amendement werd gevraagd duurzaamheid toe te voegen aan de eisen voor financiering van een investeringsproject.
Vervolgens ontstond een debat. Gedeputeerde Sander de Rouwe (CDA) verwees naar een paragraaf. Volgens hem speelde duurzaamheid wel degelijk een rol in de eisen, via de daar genoemde term “maatschappelijk rendement”. Een containerbegrip, vond Van der Honing, waar van alles onder kan vallen. “Als je vindt dat duurzaamheid belangrijk is, zet het dan in de stukken! Dit is hét moment om het erover te hebben. Om niet alleen aan te geven dat je duurzaamheid belangrijk vindt, maar dat ook in de uitvoering duidelijk naar voren te laten komen. Je doet het duurzaam, of je doet het niet.”
Statenlid Leo Pieter Stoel van coalitiepartij VVD steunde de gedeputeerde en verwees naar een bijlage met gegevens die in een businessplan moeten staan. Daar werd eenmaal “MVO” genoemd. Volgens de VVD dekte die afkorting voldoende de lading van duurzaamheid, omdat het staat voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Van der Honing was het er niet mee eens: “Als je werk wilt maken van duurzaamheid, dan schrijf je dat op. En niet in één zin die niks zegt!” Roel de Jong (PvdA) onderstreepte de woorden van Van der Honing en voegde toe: “Vindt de gedeputeerde niet dat de provincie op dit gebied niet duidelijk genoeg kan zijn?” Ook de PvdD vond dat duurzaamheid duidelijk genoemd moest worden.
Helaas werd het amendement, ondanks duidelijk uitgesproken steun van de PvdD, PvdA, D66, 50PLUS en de SP, niet aangenomen.