“Een uitgelezen kans om duurzaamheid en meer banen in het mkb te stimuleren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt”, vond Retze van der Honing in de Statenvergadering op woensdag 24 januari 2018. Daarin werd de beleidsbrief Werk en Groei, en de investering van 18,5 miljoen extra in de FOM besproken.
Van der Honing: “Als we kijken naar de Friese economie, dan willen we meer opschuiven naar een circulaire economie en ook naar een economie die meer mensen in Friesland aan het werk helpt. Een economie die duurzaam en toekomstgericht is. En mkb’ers financieren die eraan bijdragen om dat te bereiken is een goede strategie.”
Aanleiding was resultaat 6 in het coalitieakkoord, waarin de ambitie stond om een Friese Ontwikkelingsmaatschappij op te richten, met als bedoeling ondernemers in het mkb financieringen te verstrekken.
Op 18 oktober 2017 hadden de Staten al ingestemd om het Doefonds aan te passen tot oprichting van de FOM. In deze tweede vergadering over de FOM werd aangeraden om extra geld uit te trekken voor ondersteuning van starters, groeiers en innovatie. Daarvoor wilden Gedeputeerde Staten in totaal 18,5 miljoen euro extra revolverend beschikbaar stellen, naast het bedrag dat al eerder was afgesproken. In totaal zou er dan 32 miljoen voor de FOM uitgetrokken worden.
Van der Honing: “Natuurlijk zijn wij voor het Friese mkb. Dat is de motor van onze economie. Maar de vraag is of er zoveel geld nodig is vanuit de provincie, nu het weer beter gaat met de economie. Uit onderzoek blijkt dat er genoeg kapitaal voor financiering voorhanden is op de markt. Alleen vinden banken het financieren van ondernemers met weinig eigen vermogen te risicovol. Dat risico zou de FOM dan wel gaan dragen. Dat betekent dat er een risico is dat een deel van het geld niet terugkomt. De vraag is of je dat als provincie goed vindt, terwijl er nog zoveel andere belangrijke zaken zijn om in te investeren, zoals het veenweidegebied. Bovendien is het niet de taak van de provincie om alleen maar voor bank te spelen. Het gaat om publiek geld. Daarom vinden wij dat je met deze investeringen moet stimuleren de arbeidsmarkt in orde te brengen en de transitie naar duurzaamheid voor elkaar te krijgen. Vooral in de techniek en de zorg is het belangrijk om mensen aan het werk te helpen.”
Om die reden diende Van der Honing de motie van SP mee in om vanuit de FOM prioriteit te geven aan mkb’ers die een bijdrage leveren aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en duurzaamheid volgens de ISO26000 normen.
Helaas wilde de rest van de coalitiepartijen dit niet. Met name het CDA en de VVD hielden dit tegen. Volgens de VVD was duurzaamheid al prima geregeld in het investeringsreglement van de FOM en waren extra maatregelen overbodig. Iets waarvan we al eerder geconstateerd hadden dat dat niet het geval was (zie hier).
Helaas werd de motie van SP met GrienLinks niet aangenomen. Daarom, en omdat de noodzaak van het bedrag van 18,5 niet goed onderbouwd werd, stemde Van der Honing tegen het voorstel van Gedeputeerde Staten, dat desondanks werd aangenomen.