Als het aan GrienLinks ligt wel. Als het aan de ambitie van GS in de beleidsbrief circulaire economie ligt, ook. Maar waarom dan niet duidelijk uitleggen wat dat precies inhoudt en hoe je dat wilt bereiken? GrienLinks fractievoorzitter Retze van der Honing diende daarom in de Statenvergadering van 28 maart 2018 samen met andere partijen een amendement mee in voor een duidelijke definitie van en doelen voor circulaire economie.
“De ambitie om tot een circulaire economie te komen in Fryslân, is natuurlijk prima. Maar daar hoort een goed uitgewerkt plan bij waarin je een aantal concrete resultaten beschrijft. Dat is in deze beleidsbrief niet gebeurd”, aldus GrienLinks Statenlid Retze van der Honing. “Er worden percentages in berekend over iets wat nog helemaal niet bekend is. We weten nog niet hoeveel bedrijven verdienen aan circulaire economie en toch wil GS een verdubbeling daarvan. We willen in de top drie van Europa terechtkomen, maar we weten eigenlijk niet hoe die top drie eruitziet en wat voor bedrijven daar onderdeel van uitmaken. Tja, dan blijft er een enthousiaste gedeputeerde over, maar dat is dan een gedeputeerde zonder missie, zou ik bijna willen zeggen.”
Omdat er tijd en geld in het beleid gestoken wordt, is het belangrijk dat de doelstellingen concreet gemaakt worden, benadrukte Van der Honing. Ook moet eerst voor onderbouwing gezorgd worden: “Ik zou willen pleiten om het onderzoek dat in de beleidsbrief staat eerst vast te stellen en dan weer terug te komen. Dan weten we waar we over praten. Dus ons voorstel is om deze beleidsbrief ter kennisgeving aan te nemen en er over een halfjaar weer met elkaar over te praten.”
Van der Honing werd onderbroken door Statenlid José Vroonland van coalitiepartij CDA, die vroeg of hij dan zelf een mooie nieuwe doelstelling had. “Ik kan wel doelstellingen verzinnen, hoeveel wilt u er hebben?”, zei Van der Honing en hij legde vervolgens nogmaals uit waar het om ging: “Als je (in de beleidsbrief) tot een groei wilt komen van 100% van bedrijven die verdienen aan circulaire economie, dan zul je toch moeten weten hoeveel bedrijven er zijn. Dat is de basis van de berekening.”
Mevrouw Vroonland: “Maar dan verwacht ik toch dat u met doelstellingen komt. Ik begrijp het niet, waar zijn uw doelstellingen dan als u deze niet goed genoeg vindt?”
Van der Honing: “Ik denk dat u het inderdaad niet begrijpt, ik zal het nog een keer uitleggen. Op het moment dat je wilt komen tot een verdubbeling en je vindt dat een reële doelstelling, dan weet je ook wat die verdubbeling kwantitatief voorstelt. Dan moet je er een beginstand van geven. Op het moment dat je zegt, we willen behoren tot de top drie van Europa, hoe ziet die top drie er dan uit? Wat zijn dan de kenmerken van die circulaire bedrijven die daaraan deelnemen? Als je dat niet weet, kun je het niet zeggen! Het is gewoon een kwestie van logica.”
Statenlid José Vroonland reageerde niet inhoudelijk, maar bleef haar vraag stellen: “Dat is mooi dat u dat herhaalt, maar ik zie nog steeds geen nieuwe doelstellingen van u in de vorm van amendementen.”
Van der Honing meldde dat die conclusie te vroeg getrokken was: GrienLinks diende met D66, PvdA en PvdD een amendement mee in met een duidelijke definitie van wat circulaire economie nu eigenlijk inhoudt, inclusief een duidelijke doelstelling en de vraag om concretere doelen te formuleren.
Van der Honing: “Het gaat er ook om dat je vastlegt wat circulaire economie nu precies inhoudt. Want waar hebben we het dan eigenlijk over? Dat houdt ook in dat het om een economie gaat waar geen afval meer bestaat. Die definitie staat daarin.” Vervolgens raadde hij het CDA aan voor het amendement te stemmen: “Dan zorgen we ervoor dat we een beleidsstuk vaststellen dat straks ook duidelijk meetbaar is op resultaten. Want ik neem aan dat u dat ook wilt. Als we het daar over eens zijn, zijn we volgens mij een heel eind. Dan krijgt de gedeputeerde een halfjaar de kans om eerst dat onderzoek uit te voeren en goed na te denken wat hij precies bereiken wil. En als hij dat met hetzelfde enthousiasme doet waarin hij ook inhoudelijk over de circulaire economie praat, dan moet het volgens ons goed komen. Dan zijn de Staten ook in staat om de resultaten te beoordelen en de controlerende taak op dit punt uit te voeren. Want zonder concrete doelstellingen kun je niet controleren.”
Helaas werd het amendement niet aangenomen. Naast GrienLinks, D66, PvdA, PvdD stemde alleen 50PLUS voor.
Verder diende GrienLinks de volgende amendementen en moties mee in:
• Met de Christenunie: een amendement met een concreter doel dan in de beleidsbrief: namelijk dat de provincie in 2025 minimaal 25% circulair moet inkopen. Ondanks de vragen van het CDA om concrete doelstellingen in te dienen, haalde het amendement het niet: CDA, VVD, 50PLUS, FFP, PVV, FNP en VVD stemden tegen. Voorstemmers: CU, GrienLinks, D66, PvdA, SP en PvdD.
• Met de SP: een motie voor circulair in plaats van recycling: ook dit amendement haalde het niet: CDA, VVD, 50PLUS, FFP, PVV, FNP en VVD stemden ook hier tegen. Voorstemmers: CU, GrienLinks, D66, PvdA, SP en PvdD.
• Met de SP: een motie voor korte vervoersstromen: dit amendement haalde het wél: SP, GrienLinks, D66, PvdA, PvdD, CDA, FNP en FFP stemden voor. Alleen PVV, CU en VVD stemden tegen.
Toch heeft GrienLinks ondanks de kritiek op de onderbouwing van de doelstellingen vóór de beleidsbrief Circulaire Economie gestemd. Van der Honing: “Het voorstel had beter uitgewerkt moeten worden met concrete, goed onderbouwde doelstellingen. Maar de ambitie om koploper te zijn in circulaire economie steunen wij zeker. We kunnen niet langer met zijn allen meer blijven verbruiken dan de aarde aankan. De stap naar een circulaire economie is daarom ontzettend belangrijk. Ook de werkzaamheden van Vereniging Circulair Friesland en andere ondernemingen en initiatieven vinden wij erg belangrijk en wij willen zeker dat dat voortgezet kan worden. Daarom heb ik toch vóór gestemd.” Het voorstel werd in grote meerderheid aangenomen.