Ruzie over de oevers van de vaarwegen


In 2014 zijn de vaarwegen en de bijbehorende oevers door het Rijk aan de provincie overgedragen. Over het beheer van de vaarwegen zijn gelijk afspraken gemaakt, over de oevers moest dat nog. Er zijn verschillende eigenaren van oevers: provincie, Wetterskip, gemeenten en particulieren. Dat leidt tot onduidelijkheden en discussie over het onderhoud. In de startnotitie die tijdens de Statenvergadering op 25 april 2018 op de agenda stond, werd door Gedeputeerde Staten voorgesteld dat in feite zo te houden. Argument: onderzoeken wie voor welke oever verantwoordelijk is, kost veel tijd en geld en zal de discussie over het onderhoud niet oplossen. Dus houden we het zoals het is. Dat standpunt stuitte op grote weerstand bij het Wetterskip en de gemeenten, die een boze brief schreven. Ook stuitte het op weerstand in de Staten.

Er werd een amendement (een wijziging van het voorstel) aangenomen, waarin wel wordt onderzocht van wie welke oever is. Ook wordt onderzocht of het een mogelijkheid is dat de provincie beheerder wordt van alle oevers langs vaarwegen. GrienLinks stemde voor het amendement.

Retze van der Honing: “Stel je voor, je bent met meerdere partijen aan het praten over het beheer van de oevers want het is niet duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. En dan ineens staat in de krant dat een van de partijen voor een variant kiest die niet de voorkeur van de andere partijen in het overleg heeft. En daar is dan niet over gecommuniceerd. Ik kan me dat heel goed voorstellen, want ik heb zelf ook die ervaring. Tip: praat er echt even over. Niet alleen over het proces, maar ook over de inhoud. Juridisch is de keuze van GS ook niet echt waterdicht, schrijft het college zelf. Volgens de stappen van de inhoud is GS hier dus niet in te volgen.”

Toelichting
Bij de overdracht van de vaarwegen van het Rijk aan de provincies (de Waterwet in 2014) (zie ook PS 21 mei 2014) werd het beheer van de vaarwegen EN de oevers overgedragen. Over het beheer van de vaarwegen zelf (baggeren) zijn meteen afspraken gemaakt. Over het beheer van de oevers toen nog niet. Eerst zou alles blijven zoals het was, dan zou er later een plan van aanpak komen. Het probleem is namelijk dat het vaak onduidelijk is wie verantwoordelijk is voor welke oever. Als er dan onderhoud gepleegd moet worden, ontstaat er discussie over wie het moet betalen. De provincie bezit 200 km van de in totaal 1700 km aan oevers van vaarwegen. De rest is in handen van Wetterskip, gemeenten en particulieren.

Tijdens de Statenvergadering op 25 april 2018 stond de ‘startnotitie oeverbeheer’ op de agenda. De startnotitie biedt een eerste keuze voor een richting voor dat plan van aanpak.

De startnotitie noemt de volgende uitwerkingsrichtingen:

0. Huidige situatie handhaven
1. Huidige situatie van een plus voorzien (afspraken maken)
2. Functionele benadering (precies uitzoeken welke oever van wie is en daar afspraken over maken)
3. Eigenaar = beheerder
4. Vaarwegbeheerder = oeverbeheerder (dit zou betekenen dat de provincie eigenaar wordt)

Gedeputeerde Staten (GS) kiest in de startnotitie voor ‘houden zoals het was’: voor variant 0 en 1. Dit is, schrijven ze zelf in de startnotitie, misschien niet juridisch waterdicht en ook niet in de geest van de Waterwet. Er lag dan ook een boze brief van het Wetterskip en de Friese gemeenten. Zij vinden dat dit voorstel niks oplost. Zij willen variant 2 en 4 uitgewerkt hebben. Het Wetterskip schrijft ook dat zij als antwoord hebben gekregen dat dit voorstel ‘ een op financiën gebaseerd besluit van GS is’. Ook schrijven Wetterskip en gemeenten: “Nog voor de projectgroep (waarin provincie, Wetterskip en gemeenten zaten) met een gedegen en gezamenlijk gedragen voorstel en uitwerking van varianten kon komen, heeft GS al een voorstel gedaan aan PS. Daarmee is het proces, wat de projectgroep is gestart, onderbroken en alle inzet voor niets geweest.” De gemeenten schrijven dat ze dit bericht in de media hebben gelezen.
In de brief schrijven het Wetterskip en de gemeenten dat de varianten 0 en 1 niet in lijn zijn met de Waterwet, dat de varianten 0 en 1 alleen duidelijkheid geven over het provinciale areaal en niet voor het totale areaal aan oevers en dat de huidige situatie juist aanleiding is geweest voor een plan van aanpak met meerdere partijen. Nu de huidige situatie in stand houden lost dus niks op, aldus het Wetterskip en de gemeenten.

Er werd een amendement ingediend om de farianten 0 (hjoeddeistich behear), 1 (hjoeddeistich behear mei in plus), 2 (funksjonele benadering) en 4 (farweibehearder = oeverbehearder) te onderzoeken. SP, PVV, CDA waren hier tegen, FNP, 50plus, GrienLinks, PvdA, D66, VVD, PvdD, FNP, FFP waren voor (26 voor, 14 tegen). Het voorstel werd door het amendement dus aangepast en aangenomen. Het overleg met het Wetterskip en de gemeenten wordt weer opgepakt met deze opdracht.