Een heus dilemma stond woensdag 27 juni 2018 op de agenda van de Provinciale Staten. In de vorm van een Provinciaal Inpassingsplan (PIP) voor windpark Nij Hiddum Houw, met 9 molens van 208 meter hoog. Want natuurlijk is ook GrienLinks fractievoorzitter Retze van der Honing vóór windenergie. Maar wat als de omwonenden veel te weinig bij het plan zijn betrokken en het draagvlak ver onder de maat is? “Er is op sommige plekken wel degelijk draagvlak voor bijvoorbeeld dorpsmolens. Dit gedrocht bij de kop van de Afsluitdijk is het gevolg van het verbod van deze coalitie van wind op land. Gebruik jullie verstand, kom er op terug!”, zei Van der Honing. Hij diende een amendement in voor lagere molens en moties voor het toestaan van windmolens op andere plaatsen.
Van der Honing: “Wij vinden windenergie noodzakelijk, maar draagvlak ook. Voor de transitie naar duurzame energie is maatschappelijk draagvlak van doorslaggevend belang. Wij moeten daarom draagvlak koesteren. In twee hoorzittingen hebben ruim veertig omwonenden hun zorgen en frustraties geuit. Over hinder van obstakelverlichting, slagschaduw en geluid, en angst voor gezondheidseffecten van deze grote molens van 208 meter. En we hoorden ook dat de omwonenden van Nij Hiddum Houw helemaal niet tegen windenergie zijn. De meesten hebben er begrip voor als daar bestaande molens gesaneerd worden en nieuwe, betere molens geplaatst gaan worden. Maar ze willen niet álle windmolens op land alleen in Nij Hiddum Houw. En geen megawindmolens van wel 208 meter hoog. Terwijl de dorpsbewoners van Reduzum er nog niet eens 5 meter bij mogen. Allemaal omdat de coalitie in 2014 heeft bepaald dat er geen nieuwe windmolens op land mochten worden geplaatst, behalve 36 MW in Nij Hiddum Houw.Dat is toch ook niet uit te leggen? Ook niet aan voorstanders van windenergie.”
Daarom vindt Van der Honing dat de provincie de bewoners tegemoet moet komen. “Als we allereerst zorgen dat de druk van de ketel gehaald wordt in Nij Hiddum Houw door te beslissen dat niet alles alleen daar geplaatst hoeft te worden. Dat kan door in het PIP op te laten nemen dat de molens niet hoger mogen zijn dan 149 meter, zonder dat er meer molens komen. Daardoor hoeft er op de meeste molens geen obstakelverlichting meer geplaatst te worden (alleen wel op nr. 1 en 8 in de buurt van de A7), een belangrijke wens van de omwonenden. Dat vermindert ook de slagschaduwhinder. Daarvoor dienen we een amendement in. Natuurlijk betekent dat dat er minder MW gerealiseerd kan worden, terwijl we wel aan de afspraak met het Rijk willen voldoen dat in 2020 in Fryslân 530,5 MW aan windenergie moet worden opgewekt. Daarom dienen we tegelijk moties in om dat probleem op te lossen: een voor het toestaan van dorpsmolens en een voor het actualiseren en onderzoeken van de kansrijke gebieden waar windmolens geplaatst kunnen worden. Maar dan sámen met de omwonenden. Met dit pakket kunnen we Nij Hiddum Houw ontlasten en toch voldoen aan de opgave van het Rijk. Tot slot vinden we dat de vergoeding voor omwonenden in Nij Hiddum Houw te laag is. Daarom dienen we ook een motie in om die te verhogen.” (Deze is later ingetrokken omdat VVD een soortgelijke motie had, die GrienLinks daarop mee indiende.)
Al snel in het debat werd duidelijk dat de coalitie de eis van 36 MW in Nij Hiddum Houw niet wilde loslaten. Dat was nou eenmaal al besloten in 2014, zei onder meer de VVD. Van der Honing van GrienLinks vond dat geen goed excuus. “Nu staan we op het punt om bij te kunnen sturen, en dan zegt VVD dat het al is besloten. En de FNP komt met een wassen neus motie waarin ze ook vragen om te overleggen, of de molens misschien lager kunnen. Zonder de eis van 36 MW los te laten. Dus dat kan alle kanten op: als de initiatiefnemers nee zeggen gaat het niet door. Of als ze wél een stuk lager worden, komen er veel meer molens om het aantal MW te halen.”
Uiteindelijk gaf gedeputeerde Kielstra na de eerste termijn in het debat aan dat hij wel wilde kijken of er toch nog wat meer uit te halen viel voor de omwonenden op het gebied van gezondheid, compensatie en hoogte van de molens. Over drie weken, op 18 juli, wordt het plan dan in aangepaste vorm opnieuw voorgelegd aan de Staten. Van der Honing besloot daarop zijn amendement en moties in te trekken, zodat deze volgende keer aan bod kunnen komen. Van der Honing: “Dat de besluitvorming is uitgesteld, komt maar zelden voor. Alle geluiden van omwonenden en politieke partijen hebben kennelijk geholpen. We zijn nog niet klaar, wij blijven gaan voor windenergie én voor draagvlak.”