Omkeren bewijslast is essentieel bij schade door gas- of zoutwinning

GrienLinks wil, samen met de SP, FNP, PvdD, dat het Friese college zich uitspreekt richting Tweede Kamer vóór het omkeren van de bewijslast bij schade door zout- en gaswinning. Lees hier de vragen. Jochem Knol: “Wij leggen ons niet neer bij het ontbreken van het omkeren van de bewijslast in de schaderegeling voor gas- en zoutwinning. We vinden dat de gedeputeerde dat ook niet moet doen. Wij willen dat het college in actie komt richting Tweede Kamer!”.

“De omwonenden van gas- en zoutwinning zitten straks met de ellende: jarenlange procedures, onzekerheid over het vergoeden van de schade etc. In Groningen weten ze er alles van. Dáár geldt nu (gelukkig) de omgekeerde bewijslast (het bedrijf moet bewijzen dat de schade niet door hun activiteiten komt), maar in de rest van het land geldt die omkering dus niet. Zo staat het in de nieuwe schaderegeling van het Rijk.

We verwachten van het college dat zij – precies zoals in het manifest uit 2016 voor Friese overheden over gas- en zoutwinning stond – dat ook duidelijk maakt aan de Tweede Kamer vóór het overleg over mijnbouw op 6 februari.”

In het Manifest van Friese overheden over gas- en zoutwinning is in 2016 de Tweede Kamer opgeroepen om de omkering van bewijslast in te voeren voor mijnbouwschade als gevolg van gas- en zoutwinning voor álle winningsgebieden in Nederland. Dat gebeurt nu niet, in de schaderegeling die voorligt ontbreken de bepalingen voor het omkeren van de bewijslast. Er wordt rechtsongelijkheid gecreëerd. De vier partijen vinden dat onwenselijk: “In Fryslân leggen we ons niet neer bij dit gegeven en dat zou de gedeputeerde ook niet moeten doen.”

Op 4 februari 2020 stuurde ook de actiegroep Tsjingass een open brief aan de Staten met hetzelfde verzoek.

Op de foto: (toenmalig Tweede Kamerlid voor GroenLinks) bij de manifestatie tegen gas- en zoutwinning in 2018 aan de Waddenzeedijk bij Harlingen.