Aan het begin van een nieuw jaar staan de kranten vol met trotse berichten over de weer toegenomen export van landbouwproducten. Voor het produceren van al die prachtige producten wordt ook veel ingevoerd en wordt de schaarse ruimte in Nederland gebruikt. Het intensieve gebruik van die ruimte gaat ten koste van de kwaliteit van de bodem, de lucht en het water. In januari werd door de Verenigde Naties een rapport gepubliceerd dat de biodiversiteit in Nederland weer veel slechter is geworden. We bungelen onderaan de lijstjes en behoren zeker niet tot het braafste jongetje van de klas. Een gezonde leefomgeving is de basis voor onze gezondheid en voor een grote soortenrijkdom en een toekomstbestendige, duurzame landbouw. Juist die soortenrijkdom voorkomt ziekten en plagen en leidt tot een afname van het gebruik van gif.
Op 29 mei 1959 werd in Slochteren het eerste Groningse gas aangeboord. Dat leek ons land geen windeieren te hebben gelegd. Miljarden kubieke meters gas zijn tegen absurd lage prijzen aan het buitenland verkocht. De gevolgen werden pas vijftig jaar later duidelijk: de ondergrond van Groningen is ‘verkocht’ en we blijven met enorme schade zitten. Het ongebreideld laten voorgaan van economische belangen en de portemonnee van aandeelhouders bleek een voorbode voor veel ellende.
Dit is helaas vergelijkbaar met wat we nu met de bovengrond aan het doen zijn. Door de te lage prijzen voor landbouwproducten zijn boeren overgeschakeld op een bedrijfsvoering waarbij tegen lage kosten zoveel mogelijk geproduceerd moet worden. De marges zijn te klein en we putten de natuurlijke waarden van de bovengrond in rap tempo uit. Een voorbeeld is dat het organische stofgehalte in de teelaardelaag in veel landbouwgebieden is gedaald en het bodemleven onder druk staat. Dat bodemleven is essentieel voor de opname van voedsel door de planten en voor een goede bruikbaarheid van de grond. Dat is op te lossen door de grond minder intensief te gebruiken en genoegen te nemen met een lagere opbrengst. Het evenwicht tussen wat de bodem kan leveren en wat we oogsten moet worden hersteld. Dat komt ten goede aan de biodiversiteit en aan de kwaliteit van ons voedsel. Daar horen ook hogere prijzen voor onze basis levensbehoeften bij. Die kunnen betaalbaar worden gehouden door de btw-verhoging op die basisproducten weer terug te draaien.
Als we doorgaan op de huidige voet raakt de grond uitgeput en is de schade die we aanbrengen aan de bovengrond onomkeerbaar. Willen we de generatie na ons met de schade opzadelen?
Jochem Knol