In de Staten werd op 26 februari 2020 door GrienLinks, FNP, SP, PvdD (en tenslotte ook door alle andere partijen) een motie ingediend over het omkeren van de bewijslast bij schade door gas- en zoutwinning. In Groningen hebben de mensen die schade hebben door de gaswinning jarenlange ellende achter de rug omdat zij zelf tegenover de grote en machtige NAM moesten bewijzen dat de schade door de gaswinning kwam. Dat is nu omgekeerd, nu moet de NAM bewijzen dat de schade niet door hun gaswinning komt. De bewijslast is voor het Groninger gasveld omgekeerd. En dát willen we in Friesland ook.
In Friesland liggen 68 zogenaamde ‘kleine gasvelden’ van de 200 die er in Nederland zijn. Deze gasvelden worden nu versneld in gebruik genomen in verband met de bodemdaling en schade door de gaswinning in Groningen. Er lagen dringende adviezen van de Technische commissie Bodembeweging, het IPO met een pittige reactie, de VNG én van de provincies zelf om de bewijslast ook bij de kleine gasvelden bij de mijnbouwbedrijven te leggen en nadrukkelijk níet bij de burger. De minister heeft die adviezen genegeerd. Dat blijkt uit zijn brief van 19 december 2019 aan de Tweede Kamer. Weliswaar komt er een onafhankelijke commissie die het onderhandel- en uitzoekwerk doet, maar uiteindelijk – als het tot juridische procedures komt – staan de burgers toch tegenover de grote, machtige bedrijven.
Op 31 januari 2020 zei de gedeputeerde in de media dat het college ‘zich neerlegt’ bij het besluit van de Minister. Ook in de beantwoording van schriftelijke vragen van GrienLinks, FNP, SP en PvdD over de schaderegeling meldde het college dat het instemt met het besluit van de Minister.
De partijen waren hier verbaasd over. In het Manifest van Friese overheden met een standpunt over gas- en zoutwinning was het standpunt van de Staten en het college eenduidig dat het omkeren van de bewijslast bij schade door gas- en zoutwinning zeer noodzakelijk was. De partijen laten daarom via de motie in de Staten weten dat het college dit standpunt nog steeds helder moet uitdragen.
De Staten spreken in de motie uit:
– dat omkeren van de bewijslast nog steeds de meest wenselijke benadering is voor de inwoners van Fryslân bij schade door mijnbouw;
– teleurgesteld te zijn over de schaderegeling zoals die nu door de minister van EZK aan de Tweede Kamer is voorgesteld;
– ook verbaasd te zijn over het standpunt in de media van het college en de antwoorden op schriftelijke vragen van het college waarin ze melden zich bij het besluit van de Minister ‘neer bij te leggen’.
In de Tweede Kamer werd op 6 februari het ‘schadeprotocol kleine gasvelden’ besproken. Er is geen beslissing genomen omdat er nog teveel vragen waren aan de Minister. Het overleg gaat op 18 maart verder. GrienLinks wil graag, met de FNP, SP, Partij voor de Dieren, de PvdA, 50plus, de ChristenUnie, PVV en D66 dat ons college nadrukkelijk aan de Minister en de Tweede Kamer laat weten dat ook voor de kleine gasvelden de omgekeerde bewijslast moet gelden. Dat is ook het standpunt dat het college heeft ingenomen in het Friese Manifest van Overheden over gas- en zoutwinning. We willen graag dat het college dat standpunt actief blijft uitdragen. Om de burgers die rond de gas- en zoutwinningen wonen te ondersteunen.
De partijen willen van het college weten of ze daartoe bereid zijn. Daarnaast wensen de partijen die de motie indienen dat het college ruim voor 18 maart in een brief aan de Tweede Kamer en de Minister het invoeren van de omgekeerde bewijslast bij schade door gas- en zoutwinningen voor ook de rest van Nederland gaat bepleiten.
Jochem Knol: “Van de week werd bekend dat er bij Opende een aardbeving is geweest (van 1,4 op de schaal van Richter). Daar liggen aan de Friese grens een aantal kleine gasvelden. De minister zegt dat het risico op schade bij kleine gasvelden minder dan 42 % is. Wij vinden dat een vreemde geruststelling. Als er eenmaal schade ontstaat, maakt het niet uit hoeveel kans er was, dan is er schade. En dan moet die schade snel en goed afgehandeld worden. Dáár gaat het om.
Dan tenslotte nog dit. Ik sprak vorige week een vertegenwoordiger van het LTO in Groningen. Ik wist dat er wantrouwen was tegen de overheid en gaswinners, maar die omgekeerde bewijslast is in Groningen voor iedereen heilig en het getuigt zelfs, ik vind het een erg zwaar woord, van minachting daaraan voorbij te gaan voor de rest van Nederland.
Wij zijn erg verbaasd dat het college (en de Minister) die gevoeligheid niet heeft onderkend en zich neerlegt bij een door de mijnbouwbedrijven afgedwongen alternatief: blijkbaar is Goliath nog niet verslagen.”
“In Groningen hebben de mensen die schade hebben door de gaswinning jarenlange ellende achter de rug omdat zijzelf moesten bewijzen tegenover de grote en machtige NAM dat de schade door de gaswinning komt.”
Was het maar waar! Wacht zelf nu op uitspraak van bestuursrechter in onze zaak draait het juist om de bewijslast, het bewijsvermoeden. En wij zijn echt niet de enigen…