In maart 2019 ben ik geïnstalleerd als Statenlid voor GrienLinks. Ik was helemaal nieuw in de politiek en had nog geen politieke ervaring. Ik was een paar jaar daarvoor lid geworden van de partij, omdat ik iets wilde doen aan de verharding van de samenleving en me zorgen maakte over hoe wij als mensen met elkaar en onze omgeving omgaan. Wat was ik onder de indruk van alles en wat vond ik het spannend.
Vol bewondering keek ik naar al die Statenleden aan het werk en aangezien mijn dossiers nog niet op de agenda stonden, kon ik het eerste half jaar vooral leren, lezen en meekijken. Maar het begon ook wel echt te kriebelen. Ik deed naar mijn gevoel nog niet echt mee en ik werd steeds zenuwachtiger. In november mocht ik voor het eerst echt aan de slag, en hoe! Mijn maidenspeech, twee grote dossiers en een amendement binnen gehaald op mijn eerste dag. Wat was het spannend, maar wat vond ik het leuk en wat was ik trots.
Ik kan nu, zo voor het zomerreces, terugkijken op een mooi politiek jaar. Een jaar waarin we als GrienLinks echt het verschil hebben kunnen maken. Maar ook een jaar met pijnlijke momenten, als onze standpunten het niet haalden en we hier wel echte zorg over hadden. Zo ben ik weken boos geweest over het opheffen van de geitenstop. En was het bijvoorbeeld tijdens de algemene beschouwingen, kadernota en jaarrekening deze week zo duidelijk dat de meerderheid onze zorg over water, natuur en klimaat niet delen. Dan zakt de moed ons wel eens in de schoenen, maar weten we ook hoe belangrijk het is, dat we doorgaan met ons kritische geluid te laten horen.
Als fractie is het fijn samenwerken. Charda, Jochem en ik vullen elkaar goed aan. We hebben allen onze geheel eigen inbreng, kennis en visie, maar uiteindelijk zijn we het op grote lijnen meestal eens. Fractiemedewerkers Sanne en Arjette zijn echt onze database, onze kritische meelezers en denkers en ze weten altijd net die ene zin waar je op worstelt, weer prachtig te herschrijven. Met Idske als ons commissielid, zijn we een hele echte complete fractie geworden. We hebben veel plezier samen, overleggen regelmatig en hebben bijna elke dag wel even contact. Dit plezier is ook iets wat we uitstralen en dit wordt opgemerkt door onze collega’s in de Provincie.
We zoeken de verbinding met de overige fracties, om samen moties in dienen of voorstellen voorbereiden en dit gaat goed. Hoewel ik het persoonlijk ook wel eens lastig vind om politieke verschillen en personen los van elkaar te zien. Dit bemerkte ik met name bij het debat over de Regenboog Provincie. Wat waren we blij en trots dat we het voor elkaar hadden gebokst samen. Maar wat was het pijnlijk om de inbreng van bijvoorbeeld de PVV en het Forum te horen. Ik kon die woorden op dat moment niet los zien van de persoon en ben hier toch een paar dagen een beetje van slag van geweest. Ik niet alleen. Pas toen we daadwerkelijk op 20 juni de vlag voor het Provinciehuis mochten gaan hijsen, konden we het vieren en kon ik echt blij zijn.
Regenboogprovincie worden, was wel mijn hoogtepunt van dit jaar. Arjette en ik hebben, samen met de mede-initiatiefnemers, achter de schermen heel hard moeten werken. Het leek er in eerste instantie niet op dat onze motie het zou halen. Mede door de hulp van Sipke Jan Bousema, de aandacht van de pers en de maatschappelijk druk, is het gelukkig toch gelukt!
Dat we in de busconcessie het onderwerp goed werkgeverschap, arbeidsomstandigheden, mensenrechten en eerlijk loon een plek hebben kunnen geven, vind ik ook een resultaat waar ik tevreden op terug kijk. Spannend was Thialf, een pittig dossier en ondanks dat ik natuurlijk vind dat ik gelijk heb, is ons amendement voor harde voorwaarden voor de lening niet aangenomen. Ik blijf kritisch over de afloop en gelijk krijgen bij dit dossier zou heel pijnlijk zijn. Dossiers zoals Thialf maar ook de Fryske Academy, daar kan ik erg van genieten. Ik dompel me dan volledig onder in zo’n dossier, vooral zo’n complex dossier als Thialf en de sentimenten die spelen, maken dit extra boeiend.
Het was een heel bijzonder jaar wat startte met de stikstofcrisis en eindigt in de coronacrisis. Maar we hebben de focus kunnen houden op alle andere belangrijke zaken die ook spelen. Veelal op aangepaste wijze, maar uiteindelijk is alles doorgegaan. We kunnen zeker terugkijken op heel wat successen en succesjes het afgelopen jaar. O.a.; de voedseltransitie in het beleid opnemen, Fryske bosvisie, bronmaatregelen stikstof, regenboogprovincie, aandacht voor werknemers bus concessie, motie omkeren bewijslast kleine gasvelden, motie samen met FNP over de laagvliegroutes, motie duurzaam waterbeheer, coalition of the willing, ook al heeft deze het helaas niet gehaald en vele toezeggingen van de gedeputeerden op voor ons belangrijke onderwerpen.
Na de zomer staan er weer grote dossiers op de agenda, waaronder de Omgevingsvisie, Kaderrichtlijn Water, Landbouw Agenda en de Sportnotitie. Daarnaast heb ik me zelf voorgenomen om meer contact te maken met de omgeving, op te halen wat er in Friesland leeft. Ook wil ik meer aandacht gaan besteden aan de klachten rondom de Vliegbasis Leeuwarden. Dat hebben we in het verleden ook regelmatig gedaan, maar er ligt nog veel wat onze aandacht vraagt.
Ik wens iedereen namens onze hele fractie een hele fijne zomer, blijf gezond.
Elsa van der Hoek