Staten spreken zich opnieuw uit tegen gaswinning Ternaard en hand-aan-de-kraanprincipe

De GrienLinks-fractie diende op 23 september 2020 – samen met de SP, FNP en PvdD – een motie in om de Minister te verzoeken te wachten met de beoordeling van de vergunning voor gaswinning onder de Waddenzee bij Ternaard tot het hand-aan-de-kraan-principe door het wetenschappelijke panel is onderzocht. Ook pleit de motie voor het beter onderzoeken van de stapeleffecten van de ingrepen (door gaswinning) in het gebied. De motie werd aangenomen met 22 stemmen voor en 21 stemmen tegen.

Jochem Knol: “Ondanks protesten en duidelijke uitspraken van de Staten en de regio zelf wordt doorgegaan met plannen voor een nieuwe gaswinning onder de Waddenzee bij Ternaard. Wij zijn verbijsterd dat de belangen voor de landbouw, de bewoners, de waterveiligheid en natuur niet zorgvuldig en op een integrale wijze worden afgewogen. Wij vinden dat cumulatieve effecten van alle ingrepen die in het gebied plaatsvinden zorgvuldiger in beeld moeten worden gebracht. Het ministerie hanteert het hand-aan-de-kraan-principe bij gas- en zoutwinning. Helaas hebben we daar in den lande genoeg ervaring mee. Bij veel vergunningen zijn de voorspelde effecten gebaseerd op gegevens die afkomstig zijn van de exploitant en helaas zijn de effecten telkens veel groter dan voorspeld.”

Daarnaast werd in de Staten ook een amendement van de ChristenUnie – ondersteund door o.a. GrienLinks – aangenomen. In het amendement werd gevraagd de tekst in de brief aan de minister over de gaswinning bij Ternaard aan te scherpen en duidelijk er in te zetten dat de Staten tégen gaswinning zijn.

Hele spreektekst eerste termijn: Jochem Knol:
“Hand aan de kraan: als het kalf verdronken is….
Nog steeds worden voor nieuwe gaswinningen door het ministerie van Economische Zaken vergunningen verleend. Ondanks protesten en duidelijke uitspraken van de Staten wordt doorgegaan met plannen voor een nieuwe winning bij Ternaard. GrienLinks is zich bewust dat de provincie slechts een adviesrol heeft en we onderschrijven de adviezen zoals verwoord in de brief van 8 september van GS aan het ministerie.
Wij zijn verbijsterd dat de belangen voor de landbouw, de bewoners, de waterveiligheid en natuur niet zorgvuldig en op een integrale wijze worden afgewogen. Terecht adviseert ons college onderzoeken ouder dan twee jaar te actualiseren, maar zeker zo belangrijk is dat cumulatieve effecten van alle ingrepen die in het gebied plaatsvinden zorgvuldig in beeld worden gebracht. Dat ontbreekt op dit moment bij het toetsen van de vergunning naar ons idee. De sectorale benadering en heeft de afgelopen jaren helaas te vaak geleid tot een andere werkelijkheid, namelijk wél gasboringen.
Het ministerie hanteert het hand-aan-de-kraan-principe. Helaas hebben we daar in den lande genoeg ervaring mee. Bij veel vergunningen zijn de voorspelde effecten gebaseerd op gegevens die afkomstig zijn van de exploitant en helaas zijn de effecten telkens veel groter dan voorspeld. Mooie woorden over monitoring, maar wat als gevolg van de winning verzilting optreedt en de landbouw schade leidt? Wat als de bodem in de Wadden sneller zakt en dat de natuur schaadt? Wat als de waterveiligheid in gevaar komt? Dan zitten bewoners en natuur met de gebakken peren. Hoe lang moeten bewoners wachten op schadeherstel aan woningen? Weet de gedeputeerde bijvoorbeeld Kan de gedeputeerde aangeven welke monitoringseisen zijn opgenomen, welke parameters worden bepaald? Is dat naar uw mening afdoende? Welke procedures volgen er dan en hoe lang duurt het voordat de winning wordt stilgelegd? Wat zijn de na-ijl effecten van de win-ning en hoe lang duren die? Welke veiligheidsmarges zijn ingebouwd? Kan er dan nog bijgestuurd worden? Het zijn heel veel moeilijk te beantwoorden vragen. Wij adviseren eerst te denken en dan te doen. U doet daarvoor als GS een goede voorzet in uw brief. Wij waarderen het dat uw college de Staten de gelegenheid geeft aanvullende adviezen in te brengen.
In een motie vragen wij via u aan de Minister duidelijk aan te geven dat de cumulatieve effecten zorgvuldig en onafhankelijk in beeld moeten worden gebracht. Effecten van de winning, die wij als Fryslân uitdrukkelijk niet willen, maar die mogelijk doorgedrukt zullen worden, moeten eerst in beeld worden gebracht. Niet voor niks staat in de Europese wet-geving dat het voorzorgsprincipe gehanteerd moet worden (bij twijfel niet doen). Door na-ijl effecten van bodemdaling en mogelijke aardbevingen is het terugdraaien of stilleggen van winningen op het moment dat problemen zichtbaar worden het kar achter de wagen spannen. Of in goed Nederlands: als het kalf verdronken is dempt men de gasput.

Minister Wiebes gaf deze week (AO Mijnbouw 10 september 2020) op vragen van Het GroenLinks kamerlid Tom van der Lee toe dat deze manier van vergunningverlening achterhaald is. Wiebes kondigde vervolgens aan dat hij nog deze periode (dus voor maart 2021) met een visie op het vergunningstelsel zou komen.