“De dag na de laatste Statenvergadering voor het zomerreces werd het rapport: ‘Zoektocht naar duurzaamheid in landbouwbeleid’ door de Noordelijke Rekenkamer (NRK) gepresenteerd. Ik was op dat moment verbijsterd en vraag me sinds die tijd af hoe dit in vredesnaam mogelijk is. Hoe kan een professionele organisatie ruim 21 miljoen euro uitgeven zonder dat er heldere doelstellingen zijn en zonder dat duidelijk is hoe nagegaan kan worden of het geld goed is besteed?”. Jochem Knol zei dit tijdens de behandeling van het rapport in de Statenvergadering op 25 november 2020.
Hij diende een motie in, samen met de PvdD, SP en D66. In deze motie vroegen de partijen om voortaan concrete doelen voor verduurzaming van de landbouw te stellen en bij het toekennen van financiële bijdragen continuïteit van beheermaatregelen als voorwaarde op te nemen. De gedeputeerde, de coalitiepartijen (CDA, VVD, FNP, PvdA) en de ChristenUnie vonden deze motie niet op zijn plaats, omdat bij het volgende punt de Startnotitie Landbouwagenda werd behandeld. De motie zou daarom niet aangenomen dreigen te worden. Vervolgens voegden de indieners van de motie hem samen met een motie van de PvdD en GL over monitoring van de landbouwagenda (het volgende punt op de agenda).
De combi-motie voor concrete doelen en monitoring werd uiteindelijk bij de Startnotitie Landbouw aangenomen met 19 stemmen tegen en 24 stemmen voor.
Jochem Knol: “GrienLinks is een groot voorstander van een transitie naar een duurzame, grondgebonden, natuurinclusieve landbouw en de kringlooplandbouw die wordt nagestreefd is daarvan een begin. Een betere balans tussen natuur en landbouw, waarbij de sociaal economische aspecten van de landbouw betrokken worden, is hierbij essentieel. Wij onderschrijven dat de rol van de provincie beperkingen kent, maar als we als provincie een rol willen, en wat GrienLinks betreft ook moeten spelen, moeten we wel vooraf helder hebben hoe we de schaarse middelen die er zijn willen inzetten voor wat we willen bereiken.”
De fractie stemde vóór het voorgestelde besluit om de aanbevelingen van de Rekenkamer over te nemen.