“Als statenleden willen we stukken toetsen op eenduidigheid en helderheid. Dan schiet dit document duidelijk tekort. Anderzijds kijken wij als GrienLinks graag naar de uitwerking. En daar zien we dat het mankement van de verordening juist nog enige ruimte biedt. Iets waar wij groot voorstander van zijn” stelde GrienLinks fractievoorzitter Charda Kuipers vast in het debat over de wijziging in de Ruimtelijke Verordening op het gebied van zonne-energie op 25 november 2020. Ook gaf ze aan een duidelijke visie te missen. Om de tijdelijke stop op zonnevelden in de provincie op te heffen, stemde GrienLinks toch voor het voorstel. Wel diende de fractie een motie van PvdD mee in tegen zonnevelden in natuurgebied op de Wadden.
Sinds jaar en dag woedt er een strijd binnen de Staten over wind- en zonne-energie. De coalitie, met FNP voorop, vindt windmolens en zonnevelden verrommeling van het landschap en heeft daarom gezorgd voor drempels via strenge regelgeving voor het plaatsen van windmolens op land. Dat betekent dat om de transitie te maken naar duurzaam opgewekte energie er eigenlijk extra zonne-energie zou moeten worden opgewekt. Samen met veel andere partijen vindt GrienLinks dat plaatsing van zonnepanelen op daken daarbij de voorkeur heeft. Onder die vlag is op 22 april de zogenaamde “zonneladder” aangenomen, waarin geregeld wordt dat opstellingen van zonne-energie eerst op daken moeten plaatsvinden, pas daarna op terreinen zoals bijvoorbeeld een parkeerterrein en pas daarna op landbouw- of natuurgrond.
De Staten hebben bepaald dat dit moet worden opgenomen in de Omgevingsverordening en in afwachting daarvan via een wijziging in de Ruimtelijke Verordening 2014. Op zich klinkt het positief, maar uit het debat bleek dat een aantal partijen deze wettelijke regelgeving vooral willen om te zorgen dat er geen landbouwgrond wordt gebruikt voor zonneparken. Mede om verrommeling van het landschap tegen te gaan. Daarvoor is een strenge zonneladder opgesteld, die ervoor zorgt dat initiatiefnemers niet snel de keuze hebben een zonnepark te plaatsen op een stuk grond. En hoewel wij vóór prioriteit van zonnepanelen op daken zijn, zijn we ook vóór de energietransitie en vóór het halen van de doelstellingen van Parijs. En dat wordt lastig als de provincie het gemeenten en energiecorporaties moeilijk maakt initiatieven uit te voeren met windenergie en zonne-energie. Veel gemeenten hebben dan ook voor beide onderwerpen gevraagd om verruiming van de regels.
De coalitie ging echter in mei 2020 nog een stap verder: in afwachting van de wijziging in de Ruimtelijke Verordening, werden op 27 mei 2020 via een besluit van de Staten alle lopende projecten voor zonnevelden worden stopgezet. Al een half jaar stond de ontwikkeling daarin dus stil.
Charda Kuipers in het debat: “Vandaag moeten wij een oordeel vellen over hoe de zonneladder is verwerkt in de verordening Romte. Een zonneladder die vanuit onze optiek weliswaar met een verkeerd motief is aangewend, (een rem op ontwikkeling van zonnevelden) maar op zichzelf waardevol kan zijn.
We vragen ons af of de verordening als middel nog wel passend is voor dit thema en deze tijd om als provincie de regie op gewenste niveau vast te houden. Bij de RES en omgevingsvisie – een benadering van onderop – hoort een breder kader.
De verordening zelf zit dusdanig in elkaar dat er veel onduidelijkheid ontstaat over wat er nu wel of niet mogelijk is, tijdens de commissie ook wel aangegeven als ‘grijs gebied’. Plannen die afwijken kunnen door de betreffende wethouder worden verdedigd bij het college, maar zijn daarvoor wel afhankelijk in het contact met, en interpretatie van, het zittende college. Door de toelichting van gedeputeerde Poepjes zijn wij gematigd positief over wat er aan ruimte geschetst werd voor experimenten en initiatieven van onderop en de inpassing van plannen in het landschap (ook op landbouwgrond).
Wij missen verder een duidelijke visie waar de provincie heen wil met zonnevelden. Waarbij het belangrijk is dat we beseffen wat de gevolgen zijn van de huidige beperking op windenergie, Overcompensatie via zonne-energie is noodzakelijk om de gestelde doelen te halen, nu een evenwichtige mix wordt tegengewerkt. En dat gaat knellen, ook omdat we afhankelijk zijn van de capaciteit van het netwerk. Liander heeft al in een eerder stadium te kennen gegeven baat te hebben bij een lange termijnvisie van de provincie om beter op de behoefte in te kunnen spelen.”
Kuipers vroeg aan de gedeputeerde om ook alternatieve mogelijkheden te overwegen om de beoogde regie van de provincie te kunnen voeren en de rol van participatie, de burger en lagere overheden goed te borgen. Bijvoorbeeld via een Dienst voor Algemeen Economisch Belang.
Daarnaast kwam ze op voor de natuur op de Wadden, waarvoor een vreemde uitzonderingspositie was gemaakt: daar mochten wel zonnevelden in natuurgebied worden geplaatst. Ze diende een amendement van de PvdD mee in om dat te voorkomen.
Al met al besloot GrienLinks toch vóór de wijziging in de verordening te stemmen: “Alles overwegende, kiezen wij toch voor een pragmatische benadering. We zullen voor het voorstel stemmen, zodat men verder kan met de transitie op het gebied van zonne-energie in Fryslân.”
Uitslag stemming
Het voorstel voor de wijziging werd aangenomen. Alleen PVV, D66 en PvdD stemden tegen.
Het amendement om de natuur op de Wadden te beschermen haalde het helaas niet. PvdD, GrienLinks, CU, VVD en FvD stemden voor. 50PLUS, CDA, D66, FNP, PVV, PvdA en SP stemden tegen.