De provincie Fryslân geeft jaarlijks zo’n tien miljoen euro uit om de schade die ganzen veroorzaken bij boeren te vergoeden. Het inconsequent uitvoeren van de regeling leidt tot verwarring en de vraag rijst of het geld wel goed wordt besteed. Jochem Knol stelt hier, samen met Bea Bijlsma van D66, vragen over aan het Friese college.
Lees hier de antwoorden van het college.
De beide Statenleden stellen: “Ons Fryske landschap is voor veel ganzen een ideale plek om tijdens de trek te rusten en te eten. Duizenden ganzen doen zich in de weilanden te goed aan het malse en eiwitrijke Engels raaigras. Het is te begrijpen dat de boeren die geconfronteerd worden met ganzen op hun land daar schade van ondervinden. Alle ganzen afschieten is niet mogelijk en kan gelukkig ook niet. Daarom is er een regeling bedacht om de schade die de ganzen veroorzaken aan de boeren te vergoeden. Na onderzoek zijn er ganzenfoerageergebieden aangewezen. In deze gebieden krijgen de boeren van de provincie een financiële vergoeding omdat een deel van het gras door ganzen wordt opgegeten.
Er zijn vraagtekens of de vergoeding wel in verhouding staat tot de waarde van het gras dat door de ganzen wordt geconsumeerd: de vergoeding is mogelijk hoger dan de ganzen kunnen eten. Buiten de foerageergebieden worden de ganzen verjaagd en daarbij mag ook gejaagd worden. Door het jagen en verjagen moeten de ganzen zich veilig voelen binnen de foerageergebieden en daar gaan eten. Als er minder ganzen worden afgeschoten en er minder schade is dan in de jaren daarvoor krijgen de boeren daarvoor een bonus, lukt dat niet dan is de vergoeding lager. Een zogenaamde bonus-malusregeling. Dit jaar nam de schade toe en de malus is wel erg gemakkelijk aan de kant gezet. De droogte in het voorjaar maakt het al zo lastig voor de boeren en we moeten niet te streng zijn. Maar ontnemen we hiermee niet de stimulans om de schade te beperken en de kosten voor het vergoeden van de ganzenschade omlaag te brengen?
In Fryslân betalen we immers al meer dan in andere provincies. Daarnaast stelt de provincie in andere beleidstukken dat kleigronden helemaal niet zo gevoelig voor droogte zijn. Dit beleid lijkt selectief en hebben niet alle boeren te maken gehad met droogte? Criteria om af te wijken zijn vaag en de noodzaak om af te wijken is slecht onderbouwd. Natuurlijk moet de overheid meebewegen en niet te hardvochtig zijn. Die lessen hebben VVD en CDA in de toeslagaffaire wel geleerd. Maar ook hier moeten we niet doorslaan. Een regeling die bedacht is om schade te beperken moet niet zonder goede onderbouwing ter zijde worden geschoven.”
Meer lezen over wanneer de ganzen weer besproken gaan worden: klik hier.
En hier meer over het besluit meer ganzen te schieten.