Poging tot snellere duidelijkheid voor musea mislukt

“We moeten erkennen dat we waarschijnlijk een foute inschatting wat betreft de verdeling van het geld in het cultuurbeleid hebben gemaakt. En dan met name voor de musea. Het voorstel van CU om het afwegingskader opnieuw te bekijken ondersteunen wij van harte. Idealiter krijgen we de analyse vooraf aan de kadernota in de zomer, zodat we op tijd via die weg reparaties kunnen plegen. Want de situatie is nijpend, en in een mondiale pandemie moeten we hier extra op onze hoede zijn. Want eens verloren, voor altijd verloren.” Dit zei Charda Kuipers op 17 februari 2021 bij de bespreking van twee moties vreemd over de verdeling van het cultuurgeld.

Nij Poadium
“Bij de start in januari 2020 van Nij Poadium had GL reeds zorgen over hoe de uitwerking zou uitvallen. Toch hebben we ons toen laten sussen door de woorden van het college dat de uitwerking van de criteria goed uit zou pakken.
Het uitgangspunt van een bredere toegang tot provinciale ondersteuning, onderschrijven wij gewoon. Ook in de wetenschap dat een herschikking niet altijd voor iedereen gunstiger uitpakt. In de afgelopen periode zijn er echter steeds meer geluiden ontvangen dat de criteria en het afwegingskader NIET werken in de praktijk. En dat dit niet exclusief speelt bij de basisinfrastructuur musea.” Onder andere het Fries Natuurmuseum sprak in bij de Staten over de forse korting van 30% op hun begroting. Tegelijkertijd ontvingen de Statenleden ook berichten van de kleinere musea (zoals de Spitkeet) dat er nu eindelijk wél geld was voor de kleinere musea.

Krokodillentranen
Het voorstel van de ChristenUnie en GrienLinks voor het onder de loep nemen van het afwegingskader werd niet enthousiast ontvangen. De gedeputeerde Sietske Poepjes vond de motie overbodig. Ze meldde dat er al een evaluatie liep. De resultaten daarvan worden in de herfst 2021 aan de Staten voorgelegd, zei ze. Ook de motie vreemd van de coalitiepartijen (CDA, PvdA, VVD, FNP) ontraadde de gedeputeerde. De coalitiepartijen stelden voor om een accountant naar de balans van de vier grote musea (Fries museum, Natuurmuseum, Scheepvaartmuseum, Landbouwmuseum) te laten kijken of er echt geld bij moet of dat deze musea ook met de opgelegde kortingen kunnen leven.

De meeste oppositiepartijen waren kritisch op deze motie van de coalitiepartijen. Theun Wiersma van 50plus sprak zelfs van ‘krokodillentranen’. Charda Kuipers: “Voorzitter, het stuit ons tegen de borst dat de coalitiepartijen nu enkele musea eruit halen op basis van een persoonlijk afwegingskader, terwijl er nog veel meer de noodklok hebben geluid. Een onrechtvaardige behandeling van ons culturele veld. Wél zijn we blij dat er blijkbaar een voorzichtige bereidheid is om met geld over de brug te komen. Hier zullen we zeker aan herinneren bij de kadernota.” Lees hier de hele bijdrage van Charda Kuipers.

Stemming
De motie van de coalitiepartijen (accountant kijkt naar financiën vier grote musea) werd aangenomen met 23 stemmen voor (CDA, PvdA, VVD, FNP, Goudzwaard) en 20 stemmen tegen (CU, GL, D66, SP, PvdD, 50plus, PVV, Forum).
De motie van ChristenUnie en GrienLinks (duidelijkheid over afwegingskader voor de zomer) werd niet aangenomen met 16 stemmen voor (CU, GL, 50plus, D66, SP, PvdD, PVV, Goudzwaard) en 27 stemmen tegen (CDA, PvdA, VVD, FNP, Forum).

Het resultaat van deze twee moties is dat het duidelijk is dat er al een evaluatie loopt van het nieuwe cultuurbeleid. De uitkomsten daarvan worden echter pas in september 2021 aan PS worden voorgelegd. Daarnaast komt er dus een onderzoek naar de financiën van de vier grote musea. Helaas komt er géén duidelijkheid voor de zomer (bij de bespreking van de kadernota), zoals GrienLinks en de ChristenUnie wilden.