Meer busvervoer bij meevallende resultaten

“We hebben zorgen over de eenvoudige bereikbaarheid van met name de dorpskernen. Zorgen dat reizigers door het strekken van lijnen en schrappen van ritten definitief voor andere vormen van vervoer kiezen. Kortom: zorgen dat wat en wie eenmaal weg is, weg blijft”, sprak Elsa van der Hoek in het debat op 23 juni 2021 over de overbruggingsconcessie busvervoer. Ze diende een motie in om te borgen dat bij meevallende resultaten er weer meer vervoer komt. En dat de arbeidsvoorwaarden voor buschauffeurs geborgd blijven.

Vanwege corona is het aantal reizigers in het busvervoer enorm gedaald. Voor een gewone aanbesteding zijn daarom weinig tot geen inschrijvers. Daarom spraken de Staten over een overbruggingsconcessie voor 2 jaar (eind 2022 tot eind 2024) met Arriva. Op deze manier kan het openbaar busvervoer toch voortgezet worden.

Voor de Staten lag een voorstel waarin rekening gehouden was met prognoses voor veel minder reizigers. Arriva krijgt een beschikbaarheidsvergoeding van het Rijk om het ergste financiële leed te compenseren (vervoersinkomsten plus vergoeding dekken samen 95% van de kosten), maar voorwaarde van het Rijk is wel dat er een transitieplan komt voor na de beschikbaarheidsvergoeding, waarin Arriva geen overmatige winst mag maken en ook geen verlies. Met veel minder inkomsten en reizigers betekent dat ook minder busvervoer: het schrappen van ritten met structureel minder dan 5 reizigers en meer vervoer op maat.

GrienLinks Statenlid Elsa van der Hoek had begrip voor de situatie maar uitte wel haar zorgen. Inmiddels bleek immers dat het aantal reizigers sneller aantrekt dan verwacht. Daarom diende ze een motie in, samen met D66, SP en PvdA, dat als de inkomsten meevallen vanwege meer reizigers, het extra geld niet terugvloeit naar de provincie, maar ingezet wordt voor meer busvervoer. Uiteindelijk wil GrienLinks zo snel mogelijk de reizigers terug en een goed aanbod van betaalbaar openbaar vervoer.

Daarnaast vroeg Elsa aandacht voor de positie van buschauffeurs in deze noodconcessie: “Naast het belang van de reizigers, zijn voor ons de arbeidsvoorwaarden van de chauffeurs van belang. We blijven aandacht vragen voor een eerlijk loon en goede arbeidsomstandigheden van de chauffeurs en hebben hierover meerdere malen contact gehad met de vakbond. (zie ook aangenomen amendement november 2019) We verzoeken dan ook om met Arriva afspraken te maken dat ook in deze noodconcessie de cao-afspraken voor busritten worden gehandhaafd en er een gelijke beloning is voor gelijk werk. Ook vragen we aandacht voor de positie van de chauffeurs en tijdsdruk waaronder ze moeten werken.” De motie werd mee ingediend door PvdA, CDA, SP en 50PLUS.

Omdat Arriva heeft aangegeven op dit moment niet over te kunnen stappen op zero emissie vervoer in de vorm van elektrische bussen, omdat Liander heeft aangegeven dat er te weinig netcapaciteit is, maar wel verzekerd heeft stappen te blijven zetten naar zero emissie binnen de mogelijkheden, heeft GrienLinks hier verder geen motie voor ingediend.

Uitslag stemming
De motie voor gelijke beloning voor gelijk werk werd unaniem aangenomen.

De motie voor meer busvervoer bij meevallende resultaten werd ook aangenomen met 33 stemmen voor en 10 tegen. GrienLinks, PvdA, SP, 50PLUS, CDA, FNP, PvdD, CU, D66 en PVV stemden voor. FvD, Statenlid Van Swol, Statenlid Goudzwaard en VVD stemden tegen.

Het finale besluit, het voorstel voor de overbruggingsconcessie, werd aangenomen. Alleen PVV stemde tegen.

Lees hier de hele bijdrage van Elsa in het debat.