De Statenfracties van de PvdA, GrienLinks, SP en PvdD willen graag opheldering van de nieuwe ministers van Economische Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de staatssecretaris van Mijnbouw: komt er wel of geen vergunning voor gaswinning onder de Waddenzee vanuit Ternaard?
Op de foto Jochem Knol (GL) en Hetty Janssen (PvdA) met het ‘Waddenmanifest’
De partijen vinden dat de passage uit het regeerakkoord over gaswinning (‘We ronden de procedure rond Ternaard af. We geven geen nieuwe vergunningen af voor gaswinning onder de Waddenzee.’) niet duidelijk genoeg weergeeft of de nieuwe regering nog overweegt om deze vergunning te verlenen. De fracties stellen vragen aan het Friese college.
Reactie op brief Unesco
De partijen willen weten of het College van Gedeputeerde Staten (GS) bereid is om voor 15 januari 2022 opheldering te vragen over deze passage bij de nieuwe ministers. Woordvoerders Erik de Groot (PvdA), Jochem Knol (GrienLinks), Hanneke Goede (SP) en Menno Brouwer (PvdD): “Uiterlijk 15 januari komt het nieuwe kabinet met een reactie op de brief waarin Unesco om informatie vraagt met betrekking tot de voorgenomen gaswinning in Ternaard. In die brief zien wij daarom graag opheldering over welke afspraken er in het kabinet zijn gemaakt over de procedure rond Ternaard.”
Verlies van Werelderfgoedstatus
De Waddenzee heeft van Unesco de status Werelderfgoed gekregen. Unesco overweegt om deze status in te trekken wanneer de regering toestemming verleent voor de aangevraagde gasboringen. Daarom vragen de woordvoerders aan het college om het standpunt van GS en Provinciale Staten tegen gaswinning bij de nieuwe staatssecretaris van Mijnbouw over te brengen. “Gaswinning bij Ternnaard kan onherstelbare schade aan de Waddenzee opleveren en brengt de Werelderfgoedstatus in gevaar. Dat het nieuwe kabinet naar Waddenliefhebbers luistert en geen nieuwe vergunningen afgeeft is een grote winst. Maar de zin uit het regeerakkoord over Ternaard roept nog vragen op. Wij willen daarom opheldering richting de Waddenliefhebbers en richting Unesco over deze procedure” reageren de woordvoerders.