“De ambitie in het fietsbeleid is afgezwakt van het laten dalen van het aantal slachtoffers naar het niet verder laten stijgen van het aantal ziekenhuisgewonden en doden onder fietsers. Hoewel we er vanuit gaan dat iedereen het aantal van nul slachtoffers als uiteindelijk doel heeft, willen wij in ieder geval streven naar een daling”, bepleitte Elsa van der Hoek in de statenvergadering op 23 maart 2022. Haar amendement hiervoor werd in grote meerderheid aangenomen.
In de statenvergadering werd de nota Fryslân Feilich Fytslân 2.0 besproken, de uitwerking van de startnotitie Fiets (vastgesteld op 20 oktober 2020). Nieuw beleid was dringend nodig, omdat er veel ontwikkelingen hebben plaatsgevonden, zoals meer vergrijzing en de steeds grotere deelname van onder andere snelle elektrische fietsen in het verkeer.
In de beleidsnota staat de het de ambitie van Fryslân is “om dé fietsprovincie van Nederland te worden en te blijven.” Daarnaast zijn er drie hoofddoelstellingen opgenomen:
1. Fietsgebruik stimuleren
Het stimuleren van het fietsgebruik door extra fietsinfrastructuur, doorbouwen aan het netwerk van hoofdfietsroutes, extra aandacht voor specifieke doelgroepen, beschikbaar stellen fiets voor iedereen en kansen benutten bij beleidsvelden sport, recreatie, leefbaarheid. Het aandeel fietsverkeer tot de afstand van 7,5 km blijft behouden. Het aandeel fietsverkeer tot 15 km neemt tot 2030 substantieel toe ten opzichte van 2022.
2. De verkeersveiligheid voor fietsers te vergroten (met extra aandacht voor oudere fietsers) Het verbeteren van de fietsveiligheid door maatregelen die de fietsinfrastructuur veiliger maken, educatie en voorlichting voor alle doelgroepen, door het dragen van beschermingsmiddelen (fietshelmen) door kwetsbare fietsers te stimuleren, door duidelijkheid te krijgen over de rol plaats op de weg van speed pedelecs en andere LEVs (Light Electric Vehicles) en door mogelijkheden die innovaties op de verkeersveiligheid kunnen hebben nauwlettend te volgen. De verkeersveiligheid van fietsers is in 2030 verbeterd, waarbij het aantal ziekenhuisgewonden en doden onder fietsers niet verder stijgt ten opzichte van 2020.
3. Het binnenhalen van (start of een etappe) van een internationaal wielerevenement.
Ondanks alle eerdere inspanningen is het de afgelopen jaren niet gelukt om meer mensen op de fiets te krijgen, geeft de nota aan. Ook is het aantal fietsslachtoffers in het verkeer niet verminderd, maar juist meer geworden, vooral onder senioren (en vooral bij op- en afstappen). In 2020 kwamen er maar liefst 1530 fietsers na een verkeersongeval terecht op de SEH in het ziekenhuis.
Toch staat in het tweede doel een afgezwakte ambitie: De verkeersveiligheid van fietsers is in 2030 verbeterd, waarbij het aantal ziekenhuisgewonden en doden onder fietsers niet verder stijgt ten opzichte van 2020.
De reden hiervoor was dat de verwachting is dat door onder meer toenemende aantallen snelle fietsen en ouderen het aantal slachtoffers nog verder zal stijgen. Toch vindt GrienLinks dat de inzet altijd moet zijn om het aantal slachtoffers te laten dalen en dat dat dus ook in de doelen moest worden opgenomen. Daarom diende Statenlid Elsa van der Hoek daarvoor een amendement in, mee ingediend door D66, SP, PvdD, PvdA en PVV. Elsa in het debat: “Hoewel we er vanuit gaan dat iedereen het aantal van nul slachtoffers als uiteindelijk doel heeft, willen wij in ieder geval streven naar een daling. Om deze ambitie te laten slagen, doen wij nog een aantal voorstellen voor de verbetering van de verkeersveiligheid. We dienen een motie in over onveilige oversteekplekken.”
De Fietsersbond had tijdens een eerdere commissievergadering laten weten dat er nog veel onveilige oversteekplaatsen in Fryslân zijn, ongeveer 100. Hiervan zijn de afgelopen jaren zeven aangepakt, waarvan volgens de Fietsersbond twee op een veilige manier voor fietsers. Dat aantal zou flink omhoog moeten, maar daarvoor is veel geld nodig. In de motie vroeg Elsa dan ook dekking te zoeken in provinciaal, nationaal of Europees geld.
Daarnaast vroeg Elsa om een toezegging aan gedeputeerde Avine Fokkens om in overleggen over verkeer met gemeenten een voorkeur te bespreken voor voorrang voor fietsers op rotondes binnen de bebouwde kom. Dit om fietsen te stimuleren en te zorgen dat fietsers minder hoeven op- en afstappen.
Daarnaast gaf ze aan dat veiligheid en veiligheidsbeleving een belangrijk aandachtspunt is en dat dat beter uitgewerkt mag worden in het beleid (denk aan verlichting).
Gedeputeerde Avine Fokkens gaf aan dat op rotondes in de bebouwde kom waar fietsers geen voorrang hebben, er minder ongelukken gebeuren. Om die reden heeft de provincie met de gemeenten gekozen voor géén voorrang voor fietsers op rotondes in de bebouwde kom.
Op zich klopt het argument van veiligheid: in de periode van 2015-2018 hebben op rotondes waar fietsers geen voorrang hadden 0,18 ongelukken plaatsgevonden en op rotondes waar fietsers wel voorrang hebben 0,73. Er gebeuren echter sowieso veel minder ongelukken op rotondes: 70% minder. Bovendien is niet duidelijk of dit aantal nog verder zou kunnen dalen als de voorrang overal hetzelfde is. Ook gebeuren er veel ongelukken bij op- en afstappen en juist dat op- en afstappen zou je kunnen verminderen bij voorrang voor fietsers. Daarnaast biedt dat de fietsers meer comfort, waardoor je het fietsen meer kunt stimuleren. Dat is goed voor het klimaat en de gezondheid. Het landelijke advies van de CROW en dat van de Fietsersbond is dan ook om fietsers voorrang te geven op deze rotondes. Op 69% van de rotondes is dat al het geval, maar in Fryslân wisselt het en is het advies van de provincie om fietsers geen voorrang te geven. Het is dus een politieke keus om dat wel of niet te doen.
Uitslag stemming:
De toezegging om voorrang voor fietsers op rotondes in de bebouwde kom te bespreken werd niet gedaan.
Het amendement voor minder verkeersslachtoffers op de fiets werd in grote meerderheid aangenomen met 36 van de 39 mogelijke stemmen. Alleen FvD stemde tegen (en drie Statenleden van de VVD en lid Goudzwaard waren afwezig).
De motie voor inzet om substantieel meer verkeersoversteekplaatsen aan te passen werd ook in grote meerderheid aangenomen met 35 van de 39 mogelijke stemmen. Alleen FvD en lid Wymenga stemden tegen (en drie Statenleden van de VVD en lid Goudzwaard waren afwezig).