Zorgen over betaalbaarheid 17.500 nieuwe woningen

Elsa van der Hoek heeft mondelinge vragen gesteld tijdens de Statenvergadering op 21 september over de betaalbaarheid van 17.500 nieuwe woningen. Dat is het bod dat Fryslân aan het Rijk heeft gedaan vanwege de woningcrisis. De afspraken zijn dat het grootste deel van deze woningen voor minder dan 355.000 euro (de NHG grens) te koop zullen zijn. Maar kunnen Friese starters dat wel betalen? Zeker nu de hypotheekrentes de afgelopen maanden enorm gestegen zijn? Lees hier de vragen en inleiding.

Ook vroeg Elsa van der Hoek aan gedeputeerde Klaas Fokkinga hoe hoog je inkomen eigenlijk moet zijn om dat te kunnen betalen. En wat voor hypotheek doorsnee starters in Fryslân eigenlijk kunnen krijgen op basis van hun inkomen? En is op provinciaal en gemeentelijk niveau voldoende inzichtelijk wat de behoeften zijn van woningzoekenden in onze provincie?

Gedeputeerde: deze normen voor betaalbaarheid sluiten niet aan bij Fryslân
De gedeputeerde antwoordde dat wat een huishouden lenen kan afhangt van aantal specifieke kenmerken.
Maar globaal kan een starter in Fryslan zonder eigen vermogen geen woning van 355.000 euro kopen. “Deze normen voor betaalbaarheid sluiten niet aan bij Fryslan. Wij zien die hoogte niet als voor ons de mogelijkheid waarbinnen we moeten werken. De komende maanden gaan we dan ook in overleg met de gemeenten”, zei de gedeputeerde. Natuurlijk verschilt het per bank, maar er was snel gekeken bij de Rabobank. “Dan moet je snel rond de 70.000 euro hebben aan inkomen om 355.000 euro te kunnen betalen. Van de doorsnee starter is het beeld dat het inkomen iets van 23.000-30.000 euro per jaar is. De hypotheek ligt dan duidelijk een stuk lager. Het probleem is hier wel duidelijk.”

De gedeputeerde vond dat het een aandachtspunt was om het toch anders te doen. Toch is dat nog niet zo makkelijk, gaf hij aan. Bepaalde kosten voor huizenbouw liggen hier lager, maar de prijzen van het materiaal zijn ook hier duur.

Of de provincie en gemeenten voldoende inzicht hadden, antwoorde hij: “Ja, want gemeenten moet eigen woonbeleid vastleggen in visies.” De provincie zal over deze kwestie met gemeenten praten en er met elkaar op sturen en monitoren.

Aanvullende vragen over Randstad en investeerders
Statenlid Graansma van de PVV stelde dat wel duidelijk uit de antwoorden op de vragen bleek dat de gemiddelde starter het niet voor elkaar zou kunnen krijgen de woningen te kopen. “Gemeenten mogen de helft van de woningen voor eigen bewoners bestemmen. Dat gaat dus niet slagen. Veel woningen worden verkocht aan Randstedelingen. Schieten we het doel om te bouwen voor Friese burgers niet voorbij?”, vroeg hij.

Ook Hanneke Goede van SP stelde een aanvullende vraag op de vragen van Elsa: “Hoe kunnen we tegengaan dat betaalbare woningen worden opgekocht door investeerders? Anders zijn we die weer kwijt.”

De gedeputeerde antwoordde dat het niet alleen om nieuwbouw gaat, maar ook om het renoveren van bestaande bouw. “Die komen eerder voor starters beschikbaar. Die 50% is nog niet zeker, maar het gaat wel om een substantieel aantal woningen voor mensen die gebonden zijn aan de regio. De gemeentehuisvestingsverordening ligt bij gemeenten. Over het opkopen door investeerders kan ik nu moeilijk iets zeggen. Dat is een zaak voor de gemeente, maar het heeft wel aandacht in gesprekken over woondeals. Dit kunnen we daarin meenemen.”