Vier Statenfracties (PvdD, GL, SP, D66) stellen vragen aan het Friese college over de intensieve veehouderij en de mestvergisting. Door het voortdurende debat over stikstof en natuur, bestaat er vooralsnog onduidelijkheid over (on)mogelijkheden voor (nieuwe) landbouwbedrijven. Maar ook voor onzekerheid voor de natuur, economie en de woningbouw.
Lees hier de antwoorden van het college
Provincie geeft nog steeds ruimte voor uitbreiding intensieve landbouw en mestvergisting
Ondanks dit gegeven wordt door onze provincie nog steeds ruimte gegeven aan de gangbare intensieve veehouderij. De fracties van PvdD, SP, D66 en GrienLinks krijgen geregeld meldingen van bezorgde burgers waarbij in de buurt uitbreidingen van veehouderijen worden toegestaan of waar mestvergisters komen. Recente voorbeelden hiervan zijn de voorgenomen bouw van een mestvergister in Beetsterzwaag en de uitbreiding van een melkveehouderij in Reduzum.
Uitbreiding van veehouderijen, zoals onlangs in Reduzum, staat naar onze mening haaks op (onduidelijkheden van) stikstofbeleid en het beleid voor PAS-melders. Daarnaast draagt het niet bij aan de noodzaak voor het verbeteren van de staat van de natuur. De fracties vragen het college of zij het verantwoord vinden om mee te werken aan de komst of uitbreiding van intensieve landbouwbedrijven in de wetenschap dat dit mogelijk ten koste gaat van bestaande landbouwbedrijven, die als gevolg van de uitbreiding/komst extra moeten inkrimpen.
Mestvergisting is een ‘goedkope’ manier om van mestoverschotten af te komen, zonder het structurele probleem duurzaam en toekomstbestendig aan te pakken. De fracties vragen zich af in hoeverre mestvergisting valt te rijmen met het beleid te streven naar kringlooplandbouw en/of biologische landbouw?
Sorry Charda en de overige GL, als lid van GL heb ik hier echt problemen mee.
Er is (van oudsher, door ideale omstandigheden en cultuur) een aantal bedrijven in Friesland die geschikt zijn om de methaan die normaliter gewoon de lucht in gaat, af te vangen en via bewerking als aardgas in het gasnet te brengen.
Dan kun je zeggen; we willen van het gas af. Maar feit is dat we in een transitie zitten en dat er mensen zijn die simpelweg het huis niet kunnen bezitten waarin ze all-electric kunnen verwarmen. Dus dat gas hebben we toch nog wel even nodig. En dit biogas is gewoon kort-cyclisch koolstof.
En dan kan je zeggen: we willen geen intensieve veehouderij. Maar tegelijkertijd bestaan er ook bedrijven met 400+ koeien (voorwaarde voor rendabele gasproductie uit mestvergisting) die naast de duurzame huisvesting van rundvee ook nog een behoorlijke hoeveelheid natuur beheren. En die boeren willen we graag houden want ons landschap is ons dierbaar.
Ik wil jullie gerust wel meenemen in de overwegingen waarom we in Noardeast-Fryslân nu, als deel van de oplsossing, druk bezig zijn om monovergisting toe te staan als transitieoplossing naar een duurzame gemeente. En hoe we dat doen.
Maar dit soort uitlatingen (hoe goed bedoeld ook) helpt onze inwoners niet. Beter groen gas dan bosgecompenserd gras. De realtiteit is weerbarstig.
Met vriendeljke groet,
Michiel Oosterhagen