Vragen over lozingen voor kwaliteit water

Onder de nieuwe Omgevingswet verandert het principe van ‘lozen is verboden, tenzij’ in ‘lozen mag, mits’. De fracties van SP, GrienLinks en PvdD maken zich ernstig zorgen over de gevolgen daarvan voor de (drink)waterkwaliteit in Fryslân en stellen vragen aan het Friese college.

Verandering van de wet
‘Eenvoudig beter’ luidt het motto van de Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking treedt. Doel van de nieuwe wet is besluitvorming over de openbare ruimte eenvoudiger te maken en meer ruimte te bieden voor maatwerk. Dat raakt ook de regelgeving rondom het lozen van afvalwater. Waar lozingsactiviteiten nu nog centraal zijn geregeld vanuit het rijk, mag decentraal bevoegd gezag, zoals waterschappen, provincies en gemeenten, straks meer aan de knoppen draaien. Dat betekent dat ze voor een groot deel van de lozingen zelf mogen bepalen of een vergunning nodig is en onder welke voorwaarden een bedrijf afvalwater mag lozen. Bovendien verandert het principe ‘lozen is verboden, tenzij’ in ‘lozen mag, mits’. Hierdoor kan de waterkwaliteit extra onder komen te staan, volgens waterschappen en drinkwaterbedrijven. (zie hier het bericht in Binnenlands Bestuur daarover)

Vragen
De partijen vragen hoe GS gaat zorgen dat er in Fryslân geen wildgroei aan lozingen ontstaat. Daarnaast stellen de partijen dat de zorgplicht een aantal criteria kent, zoals dat een lozer geen significante verontreiniging mag veroorzaken, de best beschikbare zuiveringstechnieken moet toepassen en passende preventieve maatregelen moet nemen. De vraag is, zeggen de partijen, hoe gaat GS zorgen dat er duidelijkheid komt over lozingen en op welke manier een bedrijf moet voldoen aan de zorgplicht?

Update januari 2024: lees hier de beantwoording van de vragen door het college.