Voorspellend vermogen ontbreekt nog steeds


Samen met PvdA en FNP is onze fractie kritisch op de Bestuursrapportage van 2025. “Hoewel we de ambtelijke inzet waarderen om een duidelijk leesbare rapportage te produceren, zien we dat wederom de doelen en indicatoren niet toereikend zijn om onze controlerende taak goed uit te voeren”, aldus Charda.

Op de vraag van Charda over traineeprogramma antwoord de gedeputeerde Folkerts dat het zeer zeker de intentie is dat er in ieder geval van 2026 weer wordt gestart met nieuwe traineesprogramma. De provincie heeft twee soorten traineeship, het reguliere programma en een traject speciaal voor statushouders. Dit laatste traject is voor nu afgelopen. Maar hierover wordt Provinciale Staten zeer binnenkort middels een brief geïnformeerd over de bevindingen en het eventuele vervolg, aldus de gedeputeerde Folkerts.

Verder verwijst Charda in haar betoog samen met Klaas Swart van de fractie PvdA naar de motie voorspellend vermogen. Deze wordt helaas in de praktijk nog steeds niet (voldoende) uitgevoerd, ondanks de vele gesprekken in onder meer de auditcommissie en de kritiek tijdens de commissie- en begrotingsbehandeling(en).

Al jaren ziet GrienLinks dat de omvang van de provinciale begroting in omvang toeneemt. Een van de redenen is volgens de provincie Fryslân dat het Rijk de provincies geld toekent via specifieke uitkeringen (SPUK’s). Hiermee moet in een kort tijdsbestek een aantal resultaten worden behaald. De huidige systematiek is dat de Provincie Fryslân de uitgaven en inkomsten dan ook in dit tijdsbestek plannen. Het is mooi dat de provincie erin slaagt zoveel middelen naar zich toe te halen. Maar de uitvoering hiervan kost echter vaak veel meer tijd dan de oorspronkelijke looptijd van de SPUKs. Met succes vraagt de provincie dan verlenging aan bij het Rijk. Dit betekent vervolgens dat de middelen worden doorgeschoven, met de hoop dat dan de resultaten binnen de nieuwe looptijd behaald kunnen worden. Hetzelfde beeld ziet GrienLinks bij de reserves, er is sprake van een veel te lange doorlooptijd. Daarbij wordt in rapportages niet of onvoldoende aangegeven waarom er een afwijking/vertraging is en wat wordt ondernomen om alsnog de resultaten te behalen. En dit moet veranderen, benadrukt Charda:

“Het begint dan ook irritant te worden om telkens in de herhaling te vallen en te wijzen op onder andere de kader richtlijn water, op de NNN, de nijpende situatie in het veenweidegebied, op brede welvaart, en te pleiten voor een schone en gezonde leefomgeving”.

Charda sluit haar inbreng af met de wijze woorden “Vol spanning wachten wij tot het moment daar is om eindelijk de discussie te kunnen voeren over beloofde gouden bergen. Wij zien een groot risico op ons afdoemen dat er wéér geen goede afweging zal plaatsvinden en het geld verbrast gaat worden aan allerhande luchtkastelen.”

Wordt vervolgd bij de komende begroting 2026. Hierover moeten nog vele kopjes koffie worden gedronken, aldus de gedeputeerde. Wij zitten er klaar voor en hebben de koffie al gezet!