Vrijdag 26 september 2014 is het contract over de verbouw van het ijsstadion Thialf getekend door de directeur van Thialf en de vertegenwoordigers van Ballast Nedam. In het weekend van 4/5 oktober 2014 werd bekend dat drie van de vier commissarissen van de Raad van Commissarissen van Thialf zijn opgestapt. Officieel is de reden nog niet bekend. In diverse krantenartikelen en brief DS Informatie over Thialf 10 oktober 20141008 wordt gemeld dat er sprake zou zijn van een verschil van mening tussen de commissarissen en de aandeelhouders over de risico’s bij de bouw.
De provincie is in feite de enige aandeelhouder (want enige investeerder met 54 miljoen euro). De commissarissen vonden de risico’s te hoog, de aandeelhouders schatten in dat dat meevalt. In de media valt te lezen dat de provincie vindt dat de Raad van Commissarissen te veel macht wilde hebben.
Retze van der Honing:”We hebben hier niet veel over te zeggen. Het contract is getekend en de aandeelhouder (lees: het college van Gedeputeerde Staten) stond daarachter. Wij willen graag van de Commissarissen en de directie van Thialf zelf horen wat er aan de hand is. Dan kunnen we beoordelen of er ook uitgevoerd wordt wat er in het besluit staat dat de Staten op 26 juni 2013 hebben genomen over de verbouw van Thialf. Wijzelf zagen bij dat
Besluit over 54 miljoen voor Thialf op 26 juni 2013 te veel risico’s om met de subsidie van 54 miljoen euro voor de verbouw van Thialf in te stemmen. Hoe graag we ook willen dat Thialf opgeknapt wordt.”
Citaat van Retze van der Honing anderhalf jaar geleden: “Het besluit om 54 miljoen te investeren is een schot in het duister, omdat aan de belangrijkste voorwaarden: A-status, sluitende exploitatiebegroting, duidelijkheid over de top-trainingshal, externe financiering door marktpartijen, bijdrage van het Rijk, commitment KNSB, nog niet is voldaan. Als je dan zegt: ‘de schep moet er in’, schaats je recht op het wak af. Dat is zakelijk gesproken buitengewoon onverstandig. GrienLinks is een stellig voorstander van een nieuw Thialf. Maar we moeten ons verstand wel gebruiken.”