Tijdens de Statenvergadering op 27 februari 2013 werden de eisen voor grote stallen in de melkveehouderij besproken. Tot frustratie van de fractie van GrienLinks worden (sinds het Statenbesluit in december 2012) stallen groter dan 1,5 hectare toegestaan en kan er zelfs voor stallen groter dan drie hectare een uitzondering gemaakt worden. Op de Statenvergadering van 27 februari werden de eisen voor deze schaalvergroting besproken. De aanvankelijke eis van ‘plaatsgebondenheid’ (grond moet binnen 10 km van de boerderij liggen) is door het college losgelaten na klachten van gemeenten over de onuitvoerbaarheid van dit criterium. Irona Groeneveld: “De formulering van grondgebondenheid zoals het college die voorstaat, vinden wij te vaag en te weinig eenduidig. Dat vinden wij een aanfluiting nadat het College en Provinciale Staten bij het besluit in 2011 nog stelden dat grondgebondenheid een onmisbaar criterium was.” Een motie om het criterium grondgebondenheid in de Verordening ‘Romte’ scherper te formuleren (zoals in de provincie Utrecht wel is gebeurd) werd overgenomen door gedeputeerde Hans Konst. De motie van GrienLinks om géén stallen groter dan 3 ha toe te staan werd verworpen.
Bijdrage Irona Groeneveld tijdens de PS 27 februari 2013 Schaalvergroting melkveehouderij
Voorzitter,
Ik zei het in de commissie en nu weer, want nu is het echt zo: we behandelen op 1 dag schaalvergroting in de melkveehouderij en de koersnotitie weidevogels. Wat we bij dit punt besluiten, heeft effect op de weidevogels. Juist bij bedrijven die niet opschalen, maar verduurzamen en zorgen voor kruidenrijk gras, zien we dat de aantallen weidevogels toenemen. Zeer tegen onze zin is in 2011 besloten schaalvergroting van melkveehouderijen toe te staan. Het is echter een feit en we vinden het reëel dat als melkveehouderijen dan gaan uitbreiden, dat ze aan eisen moeten voldoen.
Na de commissiebehandeling resten ons nog drie punten die we willen regelen bij het voorstel van vandaag:
1. Wij willen de aandacht vragen voor een initiatief dat Noord Holland heeft genomen: een enquête onder veehouders waarin vragen gesteld worden als: hoe ziet je bedrijf er uit, wat teel je, hoeveel grond heb je, wat pacht je, hoe zie je de toekomst, ga je uitbreiden, ga je omvormen, heb je een opvolger, etc.
Met een dergelijke enquête heb je een goed overzicht en kan je als provincie inzetten op ondersteuning van de veehouders. Wij hebben al eerder gepleit voor het ondersteunen van boeren door middel van een bedrijfsadvies. We dienen nu een MOTIE in die beide combineert: een enquête en de mogelijkheid om daaraan gekoppeld bezocht te worden door een bedrijfsadviseur. Wij vragen het College om hierover met een voorstel te komen. (opmerking: deze motie is ingetrokken – geen draagvlak – we komen daar bij de evaluatie van de landbouwagenda in mei op terug)
2. De formulering van grondgebondenheid zoals het college die voorstaat, vinden wij te vaag en te weinig eenduidig. Dat vinden wij een aanfluiting nadat het College en Provinciale Staten bij het besluit in 2011 nog stelden dat grondgebondenheid een onmisbaar criterium was. Bovendien is het koppelen van hectares aan een aantal koeien in de praktijk heel goed te toetsen, zoals we in de commissie al hoorden.
De provincie Utrecht hanteert in de provinciale ruimtelijke verordening een heldere definitie en omschrijft die in de toelichting heel helder. Wij vragen het College dan ook bij de partiële herziening van de Verordening Ruimte uit te gaan van de formulering zoals de provincie Utrecht die hanteert, zowel in de tekst als de toelichting. Daarvoor dienen wij een MOTIE in. (deze motie is door de gedeputeerde overgenomen)
3. En tenslotte: wij kunnen onmogelijk instemmen met toestemming van een bouwoppervlak groter dan 3 ha, anders dan voor de Dairycampus. Wij dienen dan ook een AMENDEMENT in dat hierin voorziet. (dit amendement is verworpen)
Kunnen jullie de verordening Ruimte, zoals die is geformuleerd door de provincie Utrecht even naar mij mailen?
Vrgrt,
Lourens