Retze van der Honing (GrienLinks fractievoorzitter): “Ik stel zeer verontrust vast dat – ondanks alle beloftes van controle en handhaving, oppassendheid en geruststellingen door zowel de directie als Gedeputeerde Staten (GS) en de FUMO (de milieuhandhavingsdienst) dat het allemaal echt, heus, goed in orde is bij de afvalverbrander – Omrin twee jaar lang 30% (!) meer rookgasdebiet (zeg maar ‘stoffen in de uitstoot’) uit heeft gestoten dan in de vergunning staat. Dit mag niet.
Wie is hiervoor verantwoordelijk? Op grond van wat kan GS nu nog zeggen tegen omwonenden dat de verbranding van afval veilig en gecontroleerd wordt gedaan? GS (de FUMO) zegt zelf ook dat Omrin een geheel nieuwe vergunning moet aanvragen. Met nieuwe verspreidingsberekeningen en luchtkwaliteitsonderzoek. Die aanvraag is trouwens nog steeds niet openbaar. Wij hebben daarover vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. Hoe is dit toch mogelijk?”
Vorig jaar juli heeft de FUMO deze afwijking van de vergunning vastgesteld en in een brief FUMO aan REC 27 juli 2016 meegedeeld aan Omrin dat ze een (geheel) nieuwe vergunning moesten aanvragen voor 31 december 2016. Pas op 3 maart 2017 stond er in een bericht op de Omrop dat er een nieuwe aanvraag bij de provincie was ontvangen. Retze van der Honing:”Wij hebben hem nog niet gevonden”.