GrienLinks is niet tevreden met de reactie van het provinciale college op de vraag waarom bij vervanging van de dienstauto’s niet voor fossielvrij is gekozen. Hoewel het college de ambitie heeft ondertekend om circulair te zijn en in te zetten op dienstauto’s op fossielvrije brandstof, kozen de gedeputeerden daar voor zichzelf niet voor.
Lees hier de antwoorden van het college. En hier het antwoord op de vervolgvraag.
Statenlid Elsa van der Hoek: “De provincie, ook Gedeputeerde Staten, heeft een voorbeeldfunctie. Het is mooi dat voor de ambtenaren is gekozen voor elektrische auto’s, maar ook het college zelf had daarvoor moeten kiezen. Of voor een fossielvrij alternatief. In plaats daarvan hebben ze status en gemak de doorslag laten geven.” Daarom stelde de provinciale fractie daar onlangs vragen over. Het college antwoordde dat verschillende uitgangspunten mee speelden in de keuze, waaronder “comfort en uitstraling moet passend zijn voor het toe te passen gebruik”. Volgens gedeputeerde Avine Fokkens was een auto uit de E-klasse (hogere middenklasse) daarom gebruikelijk en voldeden de elektrische auto’s in die klasse niet aan de wensen, bijvoorbeeld omdat de actieradius niet groot genoeg was.
GrienLinks vindt deze redenen niet goed genoeg. Van der Hoek: “Verschillende andere colleges kiezen wél voor fossielvrij of voor een mix. Het college van de gemeente Leeuwarden rijdt op groen gas, staatssecretaris Van Veldhoven rijdt volledig elektrisch en Gedeputeerde Staten in Noord-Holland koos voor drie hybride auto’s en één elektrische. Ook blauwe diesel was een schoon alternatief. Kortom, waar een wil is, is een fossielvrije weg.” GrienLinks heeft daarom een kritische reactie teruggestuurd naar het college met de vraag of de provincie dan van plan is over drie jaar, na afloop van het leasecontract, wél voor fossielvrij te kiezen.